De ochtendnevels verdampen
terwijl ik er naar kijk;
hoe vaak fietsten wij daar
op die kronkeldijk?
De zon verlicht de polder,
het water en het grasland;
ik herinner mij een vrijpartij
op een zomers waalstrand
waarbij wij samen kwamen
in een lijfelijk liefdeslied,
achter de kromme wilgen
en het wuivend riet.
Ik zie onze picknickplekjes…
ooy
einde van de dag
een buizerd maakt zijn laatste,
lage vlucht
het riet aan de waterkant
de bomen op de dijken
de bruine aarde op de akkers
de graziggroene weiden
alles houdt zijn adem in
wacht, met ingehouden adem,
op het nieuw begin…