ik leg
witte bloemen
op je schouders
kijk met ogen
die nooit hebben
liefgehad
zoveel
moet ik nog
leren over het
prille fluister van
sterrenbogen
het teder voelen
van een dromer
je geeft me
nachten
in feeënblauw
ademt
mijn adem
in wolkendauw
je spreekt me
over verloren
tover
en ruikers
vol rozen
over het nevellied…
Melkweg in de lucht
stil glijdt het licht door de tijd
geen begin of eind
Onder sterrenboog
vraag ik niets en krijg alles
een adem lang licht
Liggend op mijn rug,
gedragen door de draaiende aarde,
strekt zich boven mij een rivier van glans — een boog van
sterren, eeuwen onderweg, stil en helder, als een belofte die ons teder omarmt.…