Een vlucht wilde ganzen gesponnen uit zonlicht
De schuwe roerdomp in de geslotenheid van het moeras
Een veldleeuwerik jubelt naar beneden
De zwaluw brengt zielen thuis
Een weemoedige engel schildert
Het licht van de beeldenzee
Ik zal de dag roerloos ondergaan…
dichter dan ooit
nadert zijn zang
haar hart
wat doet een
oud mens
met waterlanders
zonder harnas
hoe komt het dat
diepe droefheid
haar keel
dichtschroeft
en doet alsof
smart geen traan
waard is
hoog in de lucht
zingt de veldleeuwerik
hoe troostrijk
stromen droeve
verlangens
tranen zonder tuiten
van een oud mens…
laten we beginnen met een taal
Chinees ditmaal
lezen van rechts naar links:
zee, branding, golven
het schuim drijft bovenop
hangt te drogen aan de megaribbels zand
groeiringen, knoest in hout
versteent in kiezelgruis
ergens klapwieken engelen
machtig is hun geruis
muziek van cimbalen
harpen en veldleeuweriken
hoog in de lucht
hakketakt…
een woordenstorm
woedde in
haar hoofd
de stem kwam
niet voorbij haar
dichtgeschroefde keel
ze verschanste zich
ze kon haar hart
niet voelen
hij stond roerloos
in het harnas naast
een grote put
houterig haalde hij
het deksel eraf
een metalen stem zei
we moeten hier
naar beneden
een veldleeuwerik
steeg zingend op
tot…
De zon voelbaar belevend
Zonnebloemen weelderig bloeiend in het veld
Voelbaar door warme natuursfeer omgeven
Vlinders heb je in dromen besteld
Een zachte wind ruist tussen de granen
Veldleeuweriken kwetteren blij
Zingende geelgorzen die in gedachten kwamen
Ze kwetteren frank en vrij
Een verlaten oplegger in het land
Hooibalen liggen aan…
Eindeloos heideland
Heuvels met verdwenen zand
Tapijten met het heidekruid
Mostapijten waar de bodem sluit
Starende ogen richting zonnegloed
Vrijheid loop je tegemoet
Het gevoel raakt bevlogen
Innerlijk wordt het voorjaar afgewogen
Veldleeuweriken fladderen vederlicht
Zonnestralen bieden tegenwicht
Solitaire berken glinsterend in de zon…
Jij bent van mij,
van de veldleeuwerik die jubelend naar de zon klimt,
van de koekoek die weemoedig de komst van regen voorspelt,
van de merel die troostend het afscheid van de dag bezingt
Jij bent met mij,
met mij als de pinksterbloem en het oranjetipje,
met mij als de rolklaver en het icarusblauwtje,
met mij als het duinviooltje en de zilveren…
De warmte spiegelt op de zandweg
Het is drukkend, zinderend warm
Het beetje wind dat zich durft te verroeren beweegt het gras minimaal
de halmen laten het afweten het kost teveel energie
Een veldleeuwerik waarschuwt mij vanaf eenzame hoogte
in drukke hoge duidende tonen
Mijn pezen spannen zich aan en adrenaline vult mijn haarvaten
Zweet…