Medeplichtig aan het spel
Schuldig
Tot in de botten
Onschuld
Is van de zotten
Medeplichtig
Schuldig
Aan verlies
Vernietiging
Van een stuk aarde
Een ton lucht
Ik ben berucht
Want ik ben
Medeplichtig
Aan de problemen die verijzen
Ik voldoe
Niet aan alle eisen
In het spel van het zijn
In de overvloed
Ik ben schuldig
Aan de disharmonie…
het is zomer
maar je afgrondt me
met vergezichten die
de sneeuw verijzen
de gletsjers tussen ons
doen groeien in hun
eeuwige verblijven
ik pluk bloemen
en de kruiden die
zo heilzaam zijn
laat zinnen groeien
balanceer met woorden
op een nog niet
uitgesproken lijn
ben jij de rechter die
het evenwicht bepaalt
afgrond of de hemel…
Ontslapen de 9 juli en 24 augustus 1801
De gouden zon verdwijnt,
En de avondstar verschijnt
Hoog boven zee en landen;
Zij, wenkende de maan,
Steekt 's hemels lampen aan,
Om voor de nacht te branden.
De roerdomp bromt van verr',
En de uil krast ginds en her,
De vledermuizen zweven;
Der dorpsklok hol geschal
Wenst goede nacht…
ik was
het laatste blad
dat de herfst
bijna liet hangen
heb met
bladeren geruiseld
een zomer lang
alle koelte gevangen
stormen getrotseerd
zag takken breken
waarvan het einde nog
niet was geformuleerd
nu somberend in een
wereld vol vergrijzen
donkere dagen die
in de ochtend al verijzen
ik val en vervolmaak
het kleurig…
stilte
schitteren
wolkt de
condens van
je warme lach
zijn vrolijkheid
over de pas
gevallen sneeuw
die straks het
fundament
zal zijn van het
nog te bouwen
sneeuwen huis
nog herinneren
wij ons het dwarrelend
wit van de lange winter
de ijskoude handen
en het bevroren haar
weer zullen wij
getuige zijn van
sneeuw die gaat
verijzen…
ondergronden
hebben wij alles gehad
alleen de ziel ontbrak
jij voelde leeg
koud was de glans
in je ogen er was
geen vermogen
tot contact ook in
je bewegen bleef het
`elan vitale ontbreken
ik heb geprobeerd
met jou in pasteltint
het licht van de zon
te bereiken tot ik brak
en mijn tranen jou op
wonderbaarlijke wijze
uit de dood deden verijzen…