ijdelheid der ijdelheden
netgedicht
als zand dat door vingers glijdt
een schaduw in de ochtendtijd
zo is de jacht naar groots en meer
een echo in een lege sfeer
we bouwen torens hoog en breed
vergeten wat er echt toe deed
vergaren goud, vergaren macht
maar zien niet wie op ons wacht
de spiegel fluistert leugenzoet
kent niet wat de ziel ontmoet
wat blinkt, vergaat, wat schittert…