Ik zit hier op mijn torentje
En zie de wereld draaien,
De mannen pierewaaien,
De vrouwen haaiebaaien,
Als één bewogen mierenhoop,
Met ijv'rig heen en weer geloop.
O, zette nu een reus zijn voet
Op al dat wriemelig gebroed!
Ik zit hier op mijn torentje
En zie de groene aarde,
Met alles wat daar paarde
En nieuw gewemel baarde,…
Over donkre, gladde baan
zwiert de schaatsenrijder,
wijder, telkens wijder
wordt zijn kloeke draai,
’t krachtig, maar toch lucht gezwaai,
al maar verder, rustig verder
al in ’t vallend avondstond,
naar de rode horizont.
Handen diep in duffelzak,
bontmuts over d’oren,
snijdt hij fijne voren
met het blanke, scherpe staal,
zwiepend bij elke…