Met de zwier van een zomerse marktkraam
waait ze luchtig door zijn seizoenen
verkoopt de zwaarste zaken in katoenen
en papieren kusjes zonder logo of een naam
ze verpakt met de allerlichtste kooswoorden
een knipoog en een bundeltje slotakkoorden
gretige handen ritselen door haar waar
de planken buigen en het zeil waait op
matzwarte schoenborstels…
de ochtend
de jeugd
een bal
gerinkel
een snoepje
de winkel van Sinkel
de middag
de volwassenheid
een kus
een wijntje
een huwelijk
een kleintje
de avond
de ouderdom
een borrel
een kale kruin
een pensioentje
een volkstuin
de nacht
de dood
donker en koud
een traan
men rouwt…
we hebben
boodschappen gedaan
passen geteld en
het geld opgeborgen
of we gaan op pad
hinkelen naar
de winkel van sinkel
verbazen ons met dwazen
lachen plezier
in verwondering
over de troep van
zoveel onnodige dingen
kopen ballonnen
maar het lachgas
is op blazen alle
kleuren tegen de flop
we zien de bekkies in
het grauw van…
Geprojecteerd in nauw te lezen codes
En amper te ontwarren mechanismen
Verwijzend naar technieken en systemen
Onder de vlag van neurolinguïstiek
Geen graal, geen steen der wijzen, slechts suggesties
Wie is de guru, waar zijn de patronen
Een lege huls in een verhuld domein
Een textuele gordiaanse knoop
Een grabbelton uit de winkel van sinkel…
Er ligt, hangt, staat, zweeft, overal versprei
de rommel, die geen rommel is voor Sinkel
Hijzelf weet alles heel precies te vinden
hij slaat dezelfde zaken in het klein
in vijf dimensies op in 't magazijn
van zijn interne fotolabyrinten
Ik loop al tastend, lezend, beste dichter
in Pietje's winkel in het holst der nacht
misschien loop…
Een land vol mensen om je heen
In de winkel om de hoek, overal op straat
Overal zijn mensen, overal waar je gaat
Mensen in de auto, op de fiets of op de been
Een stad vol mensen om je heen
In de supermarkt, de kledingwinkel
In de witgoedzaak, de winkel van sinkel
Allemaal in levende lijven, niet van steen
Een bedrijf vol mensen om je heen…