Het ondeelbare
netgedicht
Uiteindelijk raak ik verzeild
in afgesloten kamers, door
zinnen, stuwing van het bloed
door aderen waarin het hart te
groot de geest te nauw, ritme
van zin en woord verstijfd in mijn
roman, de plaats verkrampt in grijs
en groen, in tijd niets meer vernomen,
het laten een constante druk van
wurging als ik binnen kom, tussen
aarden…