De regen wiebelt met zijn gat en strijkt als loopse duinen
De hemel nog niet aangepast in diepe blauwe kruinen
De kou te diep geslagen nog het hart te kil beslopen
Een plensbui die er ijskoud lult van zomers in de tropen
De dagen zwart de zangers stil en rook die maar blijft pluimen
De wolken dicht de adem laag en hoe de uren schuiven
Een tango…
De ontembare wilde in de woeste nacht,
een trage winterpijn, hoop, die nooit
zal smelten, alhoewel de wereld staat
niet stil, maar niemand zag hem toen
de duisternis zijn wezen kuste, de
hemel nam hem terug en het onsterflijke
is gewonnen: de liefde na de dood, waar
niemand omheen kan.…