wat voelde ik mij groot
toen ik voor jou de spoken
onder het bed uit
kon bezweren
getik verklaarde
in een luchtbel
uit de warmwaterpijp
rond twaalven
die grote spin
met uitgestreken
gelaat lieflijk de tuin
in bonjourde
en ik, alleen ik
hartkloppingen hoorde
die deze heldendaden
moediger kleurden…
hoe de zinsdelen
klinkend ijsschotsen
in mijn hoofd
een klankschaal
het rumoer van 't stad
dat daalt naar het asfalt
het snedige klievend stukvalt
op het beton het lidwoord
het luchtgevecht de metafoor
die altijd op de buik landt
zich wentelt en rolt
en galmt in de maag
het trekt er aan
de oude bloedlijn
de krokodil en
haar lage…
geroete kaars glas
geraas van snelle scooters
la persistenzia della memoria
love is a rebellious bird
l'ascensceur pour l'echafaud
de ogen van het luipaard
eens keken zij mij aan
jaren, talloze freeze-frames
telkens nieuw, vernieuwing
vervolgd teloorgegane
hoop en plots,
vol diep glinsterend vuur
nimmer weerkerend, als geluid met
bijklank…
knoppen open
laat rollers lopen door het woud
keel van goud die krast en knalt
of klikt en ratelt met grote lust
je imiteert en persifleert geluid
dat jou ooit heeft omringd
zodra jij je leven fluit en zingt
staan velen even stil
zonder omhaal laat je horen
hoe er bomen zijn gekapt
hoor een kettingzaag het draaien van motoren
geen bijklank…