mijn boek
En hij is naar een muis op zoek
Maar hij is zeker niet jaloers
En houdt zijn eigen kittenkoers
En zijn we 's avonds samen thuis
Dan vangt hij, half als sport, een muis
En ik jaag dan, niet zonder strijd
En met haast evenveel beleid
Op hopelijk wat meer begrip
Tijdens mijn geestelijke trip
En ook al zijn zijn ogen puik
Zijn blikveld…
mijn gelaat gegeseld door wind
en elke gedachte achter mijn huid
zal eveneens zijn gezandstraald
en met het helmgras meebuigen
- langer heen en korter weer
en langer weer en korter heen -
tot ik mij achterrover laat vallen
doe alsof ik ter plekke sterf maar
ondertussen gewoon staar naar het
wolkendek dat in en uit mijn blikveld
verdwijnt…
Dichters moeten niet te veel bij elkaar over de vloer komen, ze moeten eerder voor hun inspiratie hun blikveld verruimen (speciaal in de richting van het schone geslacht). En bovendien wordt zo weer een teleurstelling voorkomen. Het beeld dat men van een dichter heeft strookt vaak niet met de werkelijkheid.…