We zetten samen onze brillen op, plots alles zuiver, kristalhelder.
Hij met links, ik met rechts, zoals het steeds, altijd is geweest.
Met open ogen kijk ik mijn vader aan, nu bevreemdend helder.
Vader en zoon, Gordiaanse generatieknoop, zelden een feest.…
Want de rare mensen en de boze dieren nemen onze hoeken
en boeken in beslag, waaruit zij interpreteren met brillen en krokodillen.
En ik sta misschien in de verkeerde hoek.
In de speelhoek met heilig boek zingend de lieve liedjes daaruit.…