wollig popelgezwam
netgedicht
stobben liggen blakend op de bleek
ik neem iets wolligs waar, ik popel
amai, het is hem, de zeldzaamheid
rafelige hoed, mee zo velen hier bijeen
we ruiken gebakken eiers mee spek
Sefke roept, kijkt in zijnen koekepan
zwammen zeg ik, gaan we hallucineren
mekaar bestoefen of plezant broebelen
d’r staan meer dijken dan deze morgen
overal…