kiosk op het perron
plantte ik hijgend mijn valies
hier gonsde 't van gezelligheid
onder de hoge stalen hemel
wereldgeluiden stegen wijd
op uit het wervelend gewemel
geurgalmen brachten mij in roes
en baadden mij in zoemgeluiden
ik wentelde mij in die smeltkroes
en vluchtte dromend weg naar 't zuiden
in pluchen zetels, geboord met chroom…
je draaft op een draak wier tong smeult
een harnas van opgepoetst chroom draag je
leren teugel snijdt in eeltige handpalm
te wankel, te loom, te lomp in het zadel
zeul je de bronzen koets door drasland
slikgas welt op in een weeë bel
de malariamug zaait haar sporen
talmend knal je de zweep op zijn flank
stug van verveling tel je de schubben…
vannacht een droom
meer en meer voel jij dit
het is geen speelgoed in
een veld vol rubber en
ik stik
raam wind staal blaast
zwart chroom slaat dood
zeelui in de onmogelijkheid nagelvijl
in staal leeft de dierenriem
lekker belangrijk
snap er geen mars van
honden blaffen vol aan de kade
zonder smart gevangen angsthaas
haast zich niet…
we
de kist, de kaarten en de cake
Vandaag voert de stille tocht langs
achteloos weggeworpen boerenhoeven
langs verlaten erven waar geen zon
schijnt en toch de schaduw heerst
Traag stappend proberen we de einder,
waar aarde en hemel raken, te ontlopen
stemmen staken, een enkel gebaar
volstaat in de najaarsstilte
Weerspiegelend in chroom…
Van wie de fiets is weet ik niet;
het is een nieuwe fiets die glimt
het chroom blinkt in de zonneschijn.
De rivier stroomt en stroomt,
maar hapert even; is even stil.
Een eindje verderop, geschiet,
gegil en angst beheerst de straten.
Een huivering schiet door de stad.
Dan is het stil en worden
zij geteld die het leven lieten.…
Overal blazen 200 watt schalmeien
chromen accenten gespierde lakeien
pitspoezen lekker die horen erbij
we meten de luchttrillingen boven het asfalt in mei
het is waarheid en ik vind het cool lacht mijn kind
dat de wereld om andere redenen bemint
en het macro van denken nog niet heeft geleerd
kon ik stemmen dan tegen ondanks mijn verweer…
we laten bewoners rond
Schiphol hun leven vergallen
mensen worden ziek als
ze wonen in de buurt van megastallen
ze raken de koorts nooit weer kwijt
als ze wonen bij zo’n moedeloze
opeenhoping van geit
defensie verft al lang met chroom 6
het houdt de sterksten scherper
ze blijven alert en beter bij de les
en de bodem blijft in Groningen maar…
Ze draagt een ster van chroom,
Duiven vluchten loom, verlaten de dorre geul
waar snelle snavels de kruimels ruimen.
Wie verschuilt zich achter getint glas?…