In Haagse hofjes en wegen
kom je haar tegen
de concubine van de VVD
onder de mondaine rok van Rutte
snuift ze goud op snee
van het heilig boek der grondrechten
neemt ze slechts het schutblad mee.…
Het kleine dorp is als een zee van rust
Ik dobber vredig door de stille straten
In mijn geheugen vielen flinke gaten
Al lang ben ik op hun verhaal belust
Als van de kerk de zoete klank mij kust
Verminderen ze plots, alle hiaten
Ik duik de diepte in; jouw doen en laten
En word me van je inhouden bewust
Je had vast ook een njai in je verleden…
Soms uit de kennel van de concubinen
Wringt een hoogzwangere zich en werpt haar dracht
Voor 't hemelrecht van mijn gebonden voeten.
Haar blik kruipt op naar mijn emaillen gelaat
En tracht door 't scherpe split der donkere ogen
Binnen te dringen tot mijn heersershart.…