zilveren stromen
word ik naar je toegezogen
jij hebt in mij iets ontketend
waar ik in ronddrijf
met vastgeëbde golven
aanraak jij mijn hart
(als het ware)
wanneer ik dorst heb
adem jij door m’n huid
aan de hartslag van morgen
deze waterspiegel zwelt geluiden
tot trillende genotsbewegingen
langs de vloedlijn
vloeien we in elkaars
diepzeegeheimen…
het ziet er niet uit
stel je ziet hem
of haar in aquaria
je schrikt je een ongeluk
vraagt wie ligt te sneven
zie dit laatste teken van leven
die vishouder ging zeker stuk
drukkend op zijn duimdiploma
neem een bundel zakken
ieder met acht kamers
die het allemaal apart doen
in en uit één eigen zakgaatje
omringd door acht tentakels
om…