Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open
het straatgebeuren zeilt uit witte verten aan
arbeiders bouwen met aluinen handen aan
een raamloos huis van trappen en piano's.
De populieren werpen met een schoolse nijging
elkaar een bal vol vogelstemmen toe
en héél hoog schildert een onzichtbaar vliegtuig
helblauwe bloemen op helblauwe zijde.…
Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open
het straatgebeuren zeilt met witte verten aan
arbeiders bouwen met aluinen handen aan
een raamloos huis van trappen en piano’s.
De populieren werpen met een schoolse nijging
elkaar een bal vol vogelstemmen toe
en héél hoog schildert een onzichtbaar vliegtuig
helblauwe bloemen op helblauwe zijde…
Jouw februarizon houdt elders huis.
Het straatgebeuren ligt volledig lam,
slechts een enkele bouwvakker hoor je fluiten.
Populieren en vogels verbazen zich:
lege pleinen - waar blijven de mensen?
De hemel is zo ver je kijkt
ontdaan van elk vliegtuigje.
Men ziet de ernst in van een lockdown.
Anders valt dit virus niet te temmen.…
twee verliefde blauwbekkende kauwtjes,
zachtjes pikkend in elkaars nekveren,
mooi, teder silhouet op ijle voorjaarstwijgen,
in een koude, vroege februarizon,
pienter glanzen de oogjes, zwarte pareltjes,
stilletjes keuvelend, kauwend, preuvelend,
niet bang meer voor grote broer de kraai,
nee, pril verliefd, heel verliefd zijn ze,
pril en verliefd…
Maar als de goudgele korenvelden
verdorren door een
verschroeiende hitte
en ik loom en bezweet
verkoeling zoek op een bankje
onder een naar water snakkende eik,
dan dagdroom ik
over stille vergezichten,
waarboven een milde februarizon
in een strakblauwe omlijsting
flonkerende diamantjes tovert
op een maagdelijk, wit sneeuwtapijt.…