lieve lach
ik zie al lamplichten dansen
er valt een doodshaar om ons heen
één koprol nog
laat me begaan
drinkhoorns, kandelaars
alles is niets en kijkt mij aan
een koprol nog
laat mij begaan
daar ronkt het steundier in de nacht
met zo af en toe een basstem in de lucht
palen flisten door de ruimte
ongewild tel ik de flitsen van de gauwigheden…
haarwortel gekapt
Die eind jaren zeventig nog lijfstraffen
Meende te moeten verschaffen en zemelde
Dat je van blue band en blue jeans kanker kreeg
Ooit werd er geplast op de Pleeborstel's gezag
Toen wat gekscherende oud-afgestudeerden
Zich sardonisch brassend in het plantsoen
Posteerden voor ons open en blote klaslokaal
En zij fruttend in de gauwigheid…