1063 resultaten.
LAIS CCXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 53 Met zicht op een ander wordt de ander
een zelf dat zich in de ander herkent.
Bij het ruisen van stilte belandt er
klank in de ruimte die iedereen kent:
zodanig zijn wij elkander gewend.
Er is het niets dat ons daaraan ontheft.
Er is het al waarvan ieder beseft
dat niets ervan echt ons is gegeven.
Er is de plaats waar de dood het besterft…
LAIS CCXVI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46 Het gaf zijn wereld aan de linkerhand,
en heeft haar weigering al afgezet.
Er zijn de sporen in de rechterhand
van ’t rot dat iedereen bestiert als wet.
Het had zich in de handel recht gezet
omdat het in een leugen waarheid wou:
de onbestaande trouw van man en vrouw.
Het heeft zich bij haar woeden neergevlijd
en likt de wonde nu als vreugdes…
LAIS CCXVII
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 50 Er is iets in het geweten dat niet
geweten is. Zo kent het niet de grond
waarop het zich bij deernis achterliet.
Maar waarheid is een al te makke hond,
met wilde dieren loopt het liever rond.
Het weet zich met de lezers aangedaan
zonder hen was het niets, niet eens bestaan.
Maar ’t vraagt nu het echte, de naakte huid,
en ’t levend woord wordt…
LAIS CCXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 44 Dat ’s ochtends de liefde zich ontplooit;
dat het in haar zo blij en levend is;
dat het zich te vaak aan twijfel vergooit;
dat het nooit is zoals zij wil dat het is;
dat alleen zij, LAIS zijn einde is;
dat al de schoonheid veel te snel vergaat;
dat het zich in niemand anders nog ziet;
dat de mens vrij denkt maar briest als een paard;
dat het…
LAIS CCXXI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 De winter is daar. Er staat ellende
voor de deur, je hoort de kou al in de
mensen kruipen, hoe zij van ellende
liefde prediken, haat, hoe er wordt hinde
gekeeld, en bos, daar waar ’t haar beminde.
De stilte na de eerste sneeuw zal weer
blad zijn, wit en leeg. Het schrijft haar neer.
Maar ’t zuchten bij elkander breekt de taal,
haar naam wordt…
LAIS CCXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 119 In de afgrond van de herhaling wordt
de herhaling de afgrond van het her
en der herhaalde en ’t herhaalde wordt
rot dan bovenop en in het verder
herhaalde, waar met nostalgie die er
niets toe doet, de mens het ziet als heelal,
en wij claimen het als heil maar het zal
herhalen slechts de code die het is:
kleur en wisseltoon, kosmische mal,
waarvoor…
LAIS CCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 62 Het wordt verward met zijn verlangen daar:
er is een storm op handen, er is gas
dat smeekt om een vonk, er is gebrek aan haar,
een lijf dat niet rust, kennis die is, was
als ’t geweten van een genomen pas.
Vingers verdwalen in haar zilte woud
en dwalend maakt het haar tong vurig koud.
Het roert gevoelens open die het mist
doorbreekt samenhang…
LAIS CCXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 45 Er was gebrek, onleefbaarheid. Het werd
woest weer verliefd. “Jij geeft geen zier om mij!”.
Haar schater klonk in schichtigheid van hert
(een godheid glijdt er af, teloor, voorbij).
Het ziet haar lijf, de ziel kan er niet bij.
Heur haar streelt thans haar naakte schouders daar
waar handen ijlen naar zijn handen maar
het komt niet aan. Een hese…
LAIS CCXXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 De klok tikt en meet de oneindigheid
die de dag verhardt en het uur verstilt.
Vier jaar maar, fluistert de verbetenheid.
Millennia waren zij jager en wild
en ’t nadert nu, gekleed als zij in vilt.
Ze speelt graag zee en weigert de rivier.
Zij schenkt het niets met tranen van plezier.
Haar zucht verlucht de geur van een ander,
doch in dit zilte…
LAIS CCXXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 52 In de pit van het zwart voltrekt het niets
dat het wordt zich volkomen, uitgeklaard,
ontdaan van de obsessie met elk iets
dat het niet is, en stilte openbaart
zich in het eindeloze, onvervaard.
In ’t git van het wit verhardt het gebrek
zich tot een kauwen op de lege bek:
niets wordt zo materie, materiaal.
Het maalt zich stuk voor haar, offreert…
LAIS CCXXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 55 Van een verzengend mystiek gegeven
wordt het ontvangstantenne als zij lacht.
Stroeve droefenis, het buitenleven
verstoort te bruut die zwarte hemelpracht:
’t Maakt zwijgen aan, dat elk spreken versmacht.
Het was bij haar en vroeg, zij gaf wat loog,
maar ’t was eerst hij die zich met haar bedroog.
Gevangen nog in flarden van een hels betoog,…
LAIS CCXXVIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 59 Guirlande is de kronkel in heur haar,
spiraal van zwart in goud, en haar gelaat
vertaalt de wouden in haar zwijgen daar,
het ogenblik waarin zij leesbaar staat,
maar zij getrouw hem haar niet lezen laat.
Het ziet hen wel, maar wacht daar het haar kent.
Het is geen ik, zo’n vent die langzaam went,
maar wel bekend met wat er is, bestaat.
En zij…
LAIS CCXXIX
netgedicht
5.0 met 2 stemmen 47 Het danst omdat er leven is maar nee
de dood heeft hem nu gans omkranst, verniet
en in het duister sterft het zachtjes mee.
Het hoort de stilte toeslaan op zijn lied
met leed dat het verweesd toen achterliet.
’t Wordt ook omstandigheid van zijn bestaan.
Het ziet zijn schaduw in de volle maan:
leegte loopt leeg in wat al leegte was.
Zij had voor…
LAIS CCXXX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 48 Dit is dus waarop het heeft zo lang gewacht.
Dat het hier was, is, en zich leven laat
voor wat het voelt, dat zij het hiertoe bracht,
dat het druipt waar zij ledig lacht en praat,
dat zij humaan werd en dus vol van haat.
Het laat zichzelf als niets verdwijnen en
ontbindt de zang tot aardig lied voor hen.
Het wordt wat lucht, of water waar zij…
LAIS CCXX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 47 ’t Verlangen loopt verloren in een land
dat nergens is, niets dat niets betovert.
’t Beminde reine snelt van hand naar hand
en de stilte die het nu herovert
is geschrift dat enkel schrift verovert.
Het ijle vliedt het lege in, verdriet
lost op in pijn en leed verdwijnt in ’t lied
dat niemand lezen wil, dat niemand schrijft.
Zij is haar niemandsland…
LAIS CCXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 83 Het schrijft haar neer: zij daalt in binnenrijm,
haar huid is volle glijvlucht vederklank
die in stralen spreekt. Zij is hun geheim.
Het bergt haar naam in bladen zilverrank,
haar letters druipen, nat van minnedrank.
Men mag haar lezen hier, maar de woorden
worden sluiers, knopen letterkoorden
tot alle tekst in haar gevangen is.
Later kan het…
LAIS CCXXXIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 70 Het raakte haar: de woorden schoten los
van elke zin en letters verdwenen
in de flits van genot: ring in het bos
waar niets nog ademde. Zacht het wenen
van de nacht fluistert heel allene
dat het ene is verdwenen. Heilsfeit:
de eeuwigheid spleet open in de tijd.
Verlangen had het uit zichzelf gebracht,
verleden tijd die niemand hem benijdt.…
LAIS CCXXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 Het raam. Rondom raast hongerig de storm.
Het zag haar dolen in het huis dat huilt.
Het vrat zich door de tijd heen als een worm.
Lust is wanhoop waarin angst zich verschuilt.
Het schone heeft zich met zichzelf vervuild.
Alle wegen lopen dood in Rome.
De mensen zijn doden die nog dromen.
Een wolk scheurt weg, de straal verbindt het oog
met…
LAIS CCLXXXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 83 Gans de wereld liep in het verloren,
alles dwaalde, wemelde en het zocht
vergeefs zijn plaats, lichamelijke sporen,
maar de tijd had het slechts dood verkocht.
Elke zang zonk weg in het grauwe krocht.
Alles van waarde is gratis. Ik geef
voortaan dus maar mijzelf weer prijs en streef
als iedereen het zachte sterven na.
Voel je mijn klank? Zie…
LAIS CCLXXXIX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 66 De ochtend breekt, aanhoor mijn schittering:
scherven met lijfelijke resten, klaar
licht, ijzig brandende herinnering.
Zotte maan, haar zweten, het rosse haar,
het droge ja (je hebt toch geen bezwaar?).
't Niets niest. Niets helpt goed. Ik kan 't ermee doen,
een vet verhaal dat eindigt in een zoen,
vrouwentongen om te likkebaarden,
passie tussen…
LAIS CCXC
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 63 In Onterecht woon ik, en Nergens ga
ik ’s zondags heen: die ene dag van licht
telt de weken duisternis en week na
week vergroot in mij ’t gruwelijk inzicht
dat ik ontbonden word en zonder zicht
op toekomst, bij ontstentenis van hoop
vernauwt aldus mijn nare levensloop.
Mocht morgen mij alsnog jouw beeltenis
d’ ogen schroeien, dan wordt mijn…
LAIS CCXCI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 50 'k Zie de stemmen en de melodieën
strak verstrengelen tot bazuin en klank.
Eén toon verbrijzelt alle elegieën,
't geluk, 't gegeven leven zonder dank.
Negeer vertwijfeling, blaas weg mijn stank,
kots mijn denken uit in 't hopeloze,
breek de oude ketting van het boze,
verzet mijn hart tot slag in het gelid.
Mijn lijf is offerande, verkozen
word…
LAIS CCXCII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 83 In eindig licht zie ik de ondergang
bewegen van verlangen naar de dood
en stilte sneeuwt haar wonderlijke zang:
“o dwarreling, gebrek aan deel of nood,
het ruisen van uw wit vergeet ik nooit”.
En handen plooien rust in de handen.
En aarde onttrekt zich aan de landen.
En zeeën ruisen als een zijden kleed.
En stormen vuur verglazen de stranden…
LAIS CXLVI
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 43 Schrikbarend sluit het lot de schemering
gans dof en lusteloos het nachtvel in
en aan het grauw van die ontluistering
voegt zij nog wreed naar waarheid toe de zin,
dat alles weerloos sterven moet daarin.
Er rest ternauwernood herinnering:
haar beeld verwrongen door een woekering.
Zij wringt zich daarin om en om en vrij
en scheukt…
LAIS CCLV
netgedicht
3.0 met 1 stemmen 52 Haar ogen zee die in zijn ogen strandt,
haar lippen wijn die om zijn lippen spoelt,
haar oren krullen krullend in zijn hand,
heur haren goud waarin het zonlicht joelt
en al dat stralen was voor het bedoeld.
Zij was een maan, het liet haar schijnend staan
tot al het licht van haar was heengegaan.
Het gunt u zicht, laat u lezen zelfs haar huid,…
LAIS CCXXXIX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 53 LAIS is stil, haar klank is visueel:
het hoort haar met de snelheid van het licht.
Het ziet haar in de klank van het geheel.
De vingers typen haar, zij wordt gedicht.
In tijdloosheid maakt het haar speels en licht.
Als het haar voelt, raakt de tong aan kleuren,
en ’t schrijft haar neer in bloesemgeuren.
Het is haar lijf, zintuiglijk één met haar…
LAIS CCXXXVI
netgedicht
4.0 met 2 stemmen 87 Niets. Het schrijft haar weg in de geschriften.
Geen pen met inkt krast door het perkament.
Zo’n scherm is een kleed om op te lichten.
Het typt het uit: is het zo’n nare vent?
‘Het lijf had lust’: is dat zijn testament?
Lyriek is nooit wat er geschreven staat.
LAIS is vrij zodra zij het verlaat.
Hebben kan hier niet, dus wil het geven.
Het telt…
LAIS CCLXXXIV
netgedicht
3.0 met 1 stemmen 58 Het is haar het, van nietigheid heelal,
der stelsels sluier vliedend van het nu:
het is het, een niets en van niets het al.
De tijd is teken slechts, een residu,
want eeuwigheid is nu, niet continu.
Waarheid omarmt het als een warm gebeuren.
Schoonheid zweet en danst in zang en geuren.
Het is haar poort, van vrede het gebaar,
het is de code…
LAIS CCLVIII
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 50 Donker en rood en traag gaat alles dood
in dit stilmondig begrepen heelal.
Van rot vergeven en van nijd en nood
klemt de mens zich vast in eigen val,
gefnuikte lusten in een tranendal.
Zwart en zacht is de nacht, zonder kabaal:
er hoeft dan niet per woord gedacht. Is taal
de vriend niet die verraadt, en god vertaalt
tot rot dat met zijn woord…
LAIS CCLXXXIII
netgedicht
4.0 met 1 stemmen 42 Een volte van eenvoud keert zich in haar.
Het licht verschuift, stralen dagen het uit.
Donkere tranen parelen gevaar
en schaduw glijdt dreigend af van haar huid.
Het git wordt wit, de kleuren breken uit,
hun weelde laait op lippen, vlammenzucht.
Handen doorwoelen een witte wolkenlucht,
de lijven wentelen van zij op zij.
De zang komt los, het…