zag mijn schaduw plat
een raakvlak
dat wij deelden
waar ik mijn oorsprong had
licht nam
vorm en ruimte
in een transparant profiel
dat mij uiteindelijk beviel
maar contrast groeide
in het donkere segment
nivelleerde de herinnering
tot een wegwerp element
er is geen samengaan
van componenten grijs
gezichtloos sluiten zij
elkaar…
weergoden schuilen in portieken
gooien handenvol
gutsende regen op
bewegende paraplu’s
gekleurde en zwarte
paraplu’s boven gezichtloze levens
lopend van verleden
naar toekomst waar
paraplu’s verdwijnen
in tassen en openbare prullenbakken
gebruikt als loophulpmiddel
vergeten in bussen en treinen
zonder paraplu bescherming
herkenbare…
Handen,
bezitten niet
doch raken aan
zijn gezichtloos
kunnen zonder naam bestaan
werken hard
getuige knoestig eelt
strelen teder zacht
zodat een lichaam heelt
hoeven in samenspraak
niets meer te zeggen
omdat zij zich op
gekrenkte schouders leggen
lezen louter wat
tussen regels is gehoord
omdat zij spreken
zonder een overbodig woord…
de trein verdween
het rode licht uit zicht
de verte in een bocht
het schrijnde kou
mensen schaduwden de stilte
herinneringen op de tocht
je had de dag in woorden
moeten vangen, alleen
mijn lach zocht je maar op
je zag mijn handen
praten met m'n vrienden
hun ogen dronken het verhaal
gezichtloos koos de voorste rij
niet iedereen…