gebeuren
De kleren hangen klaar over de stoel
Straks zal er alle reden zijn te treuren
De dagelijkse riten wijken nooit
Zorgvuldig in het kinderbrein gebrand
Geen ramp zo groot, geen volk, nog zo berooid
Of 't nam zijn rituelen weer ter hand
Zo treedt de ezel in de molen willoos rond
zonder te weten wat de waarde is van graan
Hij voelt de halster…
met kerstmis je eigen rendieren
de belletjes aan de halsters als lampjes in de mist
en natuurlijk kan je slee op banden rijden-
deze volle kring vliegenzwammen
waar een sjamaan voor zou betalen
zou jou als de roep van ganzen
en de duindoornbessen die nog resten
als de koperwieken en de kramsvogels en de
zwermen spreeuwen doorgevlogen…
Het woord was water geworden
een woest kolkende zee zocht
de diepten van de polders
vulde de putten en wellen en trassen
in de slapende huizen en hoeven
steeg in de dorpen en gehuchten
drong in de stallen waar het vrezende
vee aan halsters en touwen rukte
muren stortten in, zolders en balken
raakten los van hun ankers, dreven
met mannen, vrouwen…
draaiend verspijkt puntend
Kies kas gekozen hazenpad
Manliefde druppelig vergooiend
Spetters op klevende oogharen
Knipperende knaspige pupillen
Blind blad blader zijn fijn venijn
Wiegel weg gevlogen warmte
Met glasvensterige scherpe stukken
Steek je wulps woest stotend
In zeisige zolvende zachte man
Hieper hoog hijgend
Holt rook uit je halsterig…
je wimpers, je ogen als vochtige zuidvruchten,
snuivend en schichtige blikken ruk je aan het halster
geen trek meer in troost, verraad van hooi,
ogen schichtig op zoek naar een uitweg
mannen in blauwe overalls roken
zware shag bij die zwarte deur
over een halfuur hang je aan de haak uitgebloed en gebruikt
een geplande dood vandaag nog
laatste…