Bij dag en nacht
ontij en lust
waarachtig
er tussen zweven
en aan de zijkant lopen
op de rand van de wereld
in een hoekkamertje van mijn huis
dat steeds krommer wordt
want ik leef er steeds minder rondom
het is zoals een vis het vermoeden heeft
van veel water dat om hem heen wegzwemt
het er bij laat, het moet vloeien en niet verstillen…