Vol flair omhelsd door uw broek resideren
uw kadetten, kek en kordaat van allooi;
roomblanke bollen, oorzaak van alle dooi
in de harten van door ijs verstomde heren.…
Terwijl 't kadet, het stuiverskind,
zich even onverteerbaar vindt.
De haas, de vlugge runderhaas,
zegt: deze krankte is mij de baas.
Citroenvla, taart en confituur!
Uw zoetheid walgt mij in dit uur.
Zelfs 't glinstrend klontje op 't theesalet
mij 't hart geheel aan 't draaien zet.
Weg lekkernij uit Oost en West!…