De gierigheid die druipt van zijn gezicht,
van hem gaat er geen eurocent teloor,
door gulheid wordt zijn leven niet verlicht;
voor hem is geld als God voor de pastoor.
Bij hem gaan collectanten onverricht
ter zake er met lege bus vandoor.
De gierigheid die druipt van zijn gezicht,
van hem gaat er geen eurocent teloor.
Aan kind noch…
Zuinig of krenterig?
Glasgowse gierigheid?
Nee, van zo’n vooroordeel
word ik echt boos!
Dit altruïstische
dubbelbetaalgedrag
is wat je noemt toch
een schot in de roos?…
Mijn hele leven voelt als los zand
ik heb niet leren bouwen
verder dan mijn legodoos
ben ik eigenlijk niet gekomen
Je leven stort dan vaker in
mag je alles weer bij elkaar rapen
ik geef geen cent voor cement
maar krenterig ben ik nooit geweest
Ik ben meer van 't plak en knutselwerk
het friemelen, 'framelen', knipselen
mijn kelderbox…
doe mij
een plezier
luister/directie Albert Heijn
NU eens
echt naar
Wakker Dier
uw krenterige
klanten interesseren
mij geen
zier
fanaten
de eerste
dag/nieuwjaar
werd met
geld gesmeten
't leken bommen
granaten
stickerloos kipfilet
2 keer 1
stuk
jaar 2020
nog steeds
voor hen...
geen seconde
geluk
vaste klant…
Van dit landschap ben ik de krenterige
schatbewaarder die met haviksogen alle
bomen telt en de konijnen, hazen en
fazanten raad aan hun geritsel.
Met koude blik weeg ik de schaarse
wandelaars, want iemands stap verraadt
zijn plannen. Een streepjespak, een hand
die schrijft, alles maakt me achterdochtig.…
ik proefde je wijn
zag de stronken verleden
stond op de grond
waar je wortelt in heden
je pakte de zon
in bloedrood verdwijnen
rankte de twijg
liet bloemen verschijnen
je druifde wat bleek
maar de zomer was heet
je droeg vol dankzij
de krenters hun beet
geplukt en ontveld
wordt de oogst nu geteld
ze flessen het vat na de
rust…
in donkerrood
warmde zich de
eeuwenoude stenen
muur met het
vuur van de zon
met kruimels
cement had zich
het minuscule leven
al jaren verwend in
krenterige symbiose
zij kende de kleur
van seizoenen wist dat
wind met stormachtige
vlagen haar bloempjes
tot toekomst zouden maken
jij hebt met de wallen
gesproken en stukjes
geschiedenis…
de nacht trekt op
tegen dampende ruïnes
herkent
de melancholie
van hetgeen voorbij is
slaat verzwegen neer
op vaag geworden lachpreken
de hoop vervliegt mee
als mannen zich verschansen
tussen dennebomen en bitterborrels
op Garmisch’ hellende vlak
dappere dwazen goedgemutst
met witte voeten stranden
magneetronde bollen
op krenterigheid…