Toen de maan
de spiegel van mijn dromen was
ik eerzucht vond in puur geluk
zag ik de bomen als kameraden
de natuur niet langer als knecht
toen we struinden over de paden
werden alle dromen superecht
toen de wolken
voor de maan verschenen
leek het geluk
weer plotseling verdwenen.…
In stille duistersluimer van de nacht
ontmoet je haar verankerde tunneltocht
verlegen glimlach van de maanspiegel
en je proeft de prille lentebegeerte
in ieder woord dat zij zacht fluistert
naar het oorverlangen in je hoofd
je bent te verlegen om te antwoorden
je herinnert haar intieme glimlach
die versteende blik op het standbeeld
opgericht…
het bed
vol verlangen namen we afscheid
zinnen leken te dansen in verbeelding
verslaafd aan jouw genegenheid
gezelligheid die je bracht bij nacht
wanneer adem zijn reis had
door het universum
van dode bomen
verdorde bloemenvelden
rivieren vol lust
zee van zilte projectie
daar waar je leefde
veranderde het landschap
was de maanspiegel…
duidelijk
het is feitelijk te merken
je voelt het met heel jouw wezen
geest wordt ouder
door de tijd
en het heengaan
van verlangen
je gedraagt je als een nachtvogel
het toevertrouwde vleugeldier
je probeert jezelf te behagen
ontdoet jouw lichaam van textiel
bent weer naakt met al die vragen
je neemt een kijkje
in de nachtschaduw
van de maanspiegel…