Reeds vroeg ontstegen aan het bed
waarin ook zij wel heeft gelegen
wier doen en laten toen mij tegen-
woordig vaak nog aan het denken zet,
ging ik de herfst in. Allerwegen
stond boomskelet na boomskelet
van alle allerliefsten het
verkoold geraamte in de regen.
Wat is dat toch ontzettend met
relaties die hun einde kregen;
al was je ze ook…
Uit het geschilderde
dat onbekende en die natuurbeelden
roodborstjes naast overtrekkende kieviten.
Veel kon ik toen nog niet
werkelijkheidsgetrouw opgevoed
goed onder woorden in regels brengen.
Zelden was er taaie sleur, alles wat ik zag
sprak tot mijn verbeelding, deed me blozen.
Ik zat vaak onbevangen innerlijk te zingen.…