versleept zwerfvuil
teistert tenten
van feestgangers
en vluchtelingen
verspert wegen
ontmoeten onmogelijk
hoopt bladeren op
laat takken kraken
haalt het dode hout
uit het bos
ontwortelt bomen
wist sporen uit
zwiept zeeën omhoog
gooit golven op de kade
laat schepen vergaan
vliegtuigen staan
treinen ontsporen…
de makers van misère
zijn meesters van de daad
ze wonen riant buiten
zitten nooit op zwart zaad
de makers van misère
gaan te kust en te keur
reizen rond de wereld
zorgen voor malheur
de makers van misère
krijgen altijd hun zin
treinen botsen ontsporen
gebouwen storten in
de makers van misère
zijn lang niet levensmoe
verbranding verminking…
bewegingen als mijn daders,
ruimte en beknopt zijn als online één ding
kruisverwijzend naar gewenste verdwaling
onderweg waar nieuw werk mij binnenhaalt
rijmt niets meer op mijzelf dan wat mij beving,
sensus amoris stond op uit taal, verhaalt
u van de grootste passie, binnen kaders
te mogen ontsporen…