Je zei dat het harder gaat waaien
Telkens wanneer ergens een lichtje uitgaat
Dat gaf me een eenzaam gevoel
Het leek alsof jouw hele leven was verzonnen
Vaak stond ik voor je raam
Meestal bij schemerdonker
Tussen proza en vervallen poëzie
Dreef jouw slaap op wolkjes
Bij jou was alles onbeweeglijk
Geen zucht van niets geen rilling
Een eeuwig…
Dat onverschil daarbuiten maakt ons hard
en iedereen draagt maskers dag en nacht.
Het water waar de maan in straalt en lacht
de bleke bodem lokt, maar 't licht is koud:
LAIS is huiveringwekkende pracht,
de mens die haar aanroept, is vuil en oud.…
het onverschil, de wrok, de haat,
het heeft een naam,
't is al te laat.
o hemels wangedrocht, mijn engel der wrake, uitgewoonde snol,
o hels serpent, onmenselijk wezen vol venijn, verdorven hoer,
o slang uit diepste diepten, bron van wanhoop, dronken sloerie,
o monsterlijke helleveeg, mijn duivels ongenot, verlepte slet.…