Ik snijd in dit ivoor
de glimlach van een bruid
en een prauw om mee te varen
en een schouder waaraan ik slaap,
en een hand die stil wordt als maanlicht
in de witte schilfers ivoor,
en een oog, en een mond, en een oor,
en een voet voor de dans in het maanlicht
in de witte schilfers ivoor.…
Zo blauw, zo zee,
kakelbont het volk
in hun zwarte prauw.
De Baobab heelt honger,
viskoppen liggen naast
tweedehandswagens waar
kinderen lustig voetballen
met de aarde.…
gekant
krijgt de golven er bovenop
Trekken thuis tegen de hamerende kop
Wat een zwalpend afleggen opeens betekent
Per strekkende meter van gezwoeg
Want nagenoeg niet gerekend
Was op windstreken voor de boeg
En de stuurman's verbale granaten
Die derhalve gramstorig exploderen
In duizend bommen en kantaten
Van scheldkannoneren
Houten prauwen…