Mookerheide
loopt een vrouw rond met haar schep
spit overal de grond om
maakt wijde kuilen
zoekt naar de verhoopte schatkist
der graven Lodewijk en Hendrik van Nassau
die eens hier in een veldslag bleven
het bezeten mens zoekt jarenlang
vindt nooit de begeerde buit
is geheel ontgoocheld - sterft waanzinnig
niettemin maakte ze naam
bij Mooks raadhuis…
vijf jaar oorlog, doodde vaders, zonen
Totdat de Duitsers eindelijk verloren
Het Lage Land was vast met rust gelaten
Als zij er verre van zou zijn geweest
Beweerde tegen zondebok het beest
Een voorbeeld van hoe diep we kunnen haten
Een manke vergelijking, maar ook wreed
Een bruid te zeggen dat je echt niet weet
Waarom je naar het raadhuis…
In haar achterbuurten leeft het
van krab en slak en garnaal,
En kabeljauw vult met bruinvisch
Op het raadhuis de groote zaal. -
Tot allerlei bochten zich wringend
En van benauwdheid loodblauw
Zinkt de dichter-drenkeling neder
Op de stoep van een deftig gebouw.
Stuiptrekkend beweegt hij den klopper.
O wonder!…