165 resultaten.
LAIS CCI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 50 In de vergeten warmte van de hand,
in ’t strelen van gebrek aan tastbaarheid,
in ’t grijze vlak waar het is aanbeland,
klinkt luide slechts de slagzin van de tijd.
Elk ogenblik wordt galm van eeuwigheid,
signaal dat rot in rot meer rot verzendt.
Het hoefde niets want niets was het bekend,
maar in het zwart verscheen fataal de lach.
De hemel…
LAIS CCII
netgedicht
2.0 met 2 stemmen 84 Bovenal beaam: jijzelf bent stapelgek.
Bemin de klanken eerder dan de zin.
Bevrijd op tijd van kwijl en nijd je bek.
Zie elk eind als van iets ergers het begin.
Verzaak bezit, jij zit daar zelve in.
Breng warmte daar waar nu een ander rilt.
Geef nooit een ja als jij er niets van wilt.
Breng je lijf niet in verlegenheid.
Spreek uit wat je in…
LAIS CCIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 30 Haar ogen zijdelings die zwart in hun
verdoken blauw het git herhalen: schicht
der herkenning. Onmiskenbaar maar dun
en onzegbaar ziet het waar het voor zwicht.
En dan verdwijnt het weer in haar gezicht.
Geen traan sist weg met zoute bitterheid.
Ongelovig ziet het hoe het haar belijdt:
zij is geloof waarin het dol verkeert,
verstrengelt lust…
LAIS CCIV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 37 Het wordt rivieren als het aan haar denkt.
De mond is Maas, de tong meandert in
het glijden, freest grotten uit het slenk.
Eén Ijzeroog, de Schelde grauw daarbij:
de dagen zonder haar gaan nooit voorbij.
Het hart is Rijn, en liefde rot er blij,
want Gangesarmen stromen sloom terzij.
Waar d’ Amazone broeit, loeit de Congo.
Cascaden bruisen kolkend…
LAIS CCV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 58 Het wou dat het twee armen had die traag
het in het omarmen konden zo dat
het stil in zich verdwijnen kon gestaag
en niet meer hoefde te beleven dat
liefde het hatelijk maakt en plat
en niets, niets meer heel laat van de dromen.
’t Wou dat het zo in een boek kon komen,
hun wedervaren niet geheel geslecht,
dat het zo als het bij haar kon komen…
LAIS CCVI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 44 ’t Kosmisch woelen loopt in haar verloren.
’t Rot in haar begint zich rein te dromen.
Melk mondt uit in licht: ’t zijn wordt herboren.
’t Naakte monster is niet in te tomen
(schil is het van data die nog komen).
Zij leek ’t moment, de nacht, een nieuw beleid.
Het ondergaat gebrek aan onderscheid.
Het loopt verblind in haar geheel verloren.…
LAIS CCVII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 39 LAIS, in zwart herboren schittering,
is git, haar lijf en lach negeert het licht:
het zijn is haar te min, belediging
van hoe het haar tot leesbaarheid verdicht,
virus in de waan van recht, schap en plicht.
Het legt haar schouders bloot, haar zucht is zijn
festijn, het likt en drinkt haar lijf als wijn.
’t Moment kan dan tot niets in haar vergaan…
LAIS CCXIX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 77 Zachtjes, het voelt haar weer. Het wil haar niet
meer raken, zijn wil verzaakt aan ’t willen.
Als stilte breekt, beheerst gebrek het lied.
Als het zwijgt, zal zij weerom verstillen.
Strijd. Er komt geen rust door niets te willen.
Het wordt paljas en struint doorheen haar dag,
het wil al lippen zoenen rond haar lach.
Maar wat er groeit moet worden…
LAIS CCX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 37 Het broeien in zijn haarden van verzet
werd zij, virus dat in hem haar groei bereikt,
stuwing die doorheen woorden groeit tot wet,
zwart die zij aan de universa eikt,
en stof met haar fataal festijn verrijkt:
een zuchten dat hen mond aan mond ontgaat,
het git dat zich ontplooit tot dageraad.
Het was niets, geheel van zin ontheven,
verwenst bestaan…
LAIS CCXI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 42 Het roept de dode tekens nu bij zich,
en noodt de doos herinnering erbij.
In de ton van het gif drijft het zijn wig.
Zure vochten kolken het om tot brij.
Zo gaat de zon ook dier en mens voorbij.
Maar handen maken weer begin van haar:
LAIS verrijst, het buigt diep en ’t staart maar,
het wordt aan riemen in’t galei geketend.
O maan: op nachtzee…
LAIS CCXII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 31 Het vernedert hun gebeuren, verzaakt
aan de korst, vergiftigt vergiffenis,
en schilfers nijd vergrijzen wat het maakt
tot een geschiedenis waar zij niet is:
tot zij zichzelf hervinden in gemis,
regent het pek op lust, en leegte klaart
hen uit tot schande die hun leed vergaart.
De vervloeking weegt voor hem wel zwaar
want het alleen begrijpt…
LAIS CCXIII
netgedicht
4.0 met 1 stemmen 53 Elk leven is beleefde woekering:
herhaald gemompel in een mond zijn wij,
wier zin verdwijnt in ’t sluiten van de kring.
En iedereen gaat aan de ziel voorbij,
want ‘iets’ dat ‘is’ bereiken willen wij.
Het heeft LAIS beroerd, in aarzeling.
Het zag de woestenij, begreep het ding
dat in haar leven altijd geeft haar zin
voor de vernietiging. Ontreddering…
LAIS CCXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 53 Met zicht op een ander wordt de ander
een zelf dat zich in de ander herkent.
Bij het ruisen van stilte belandt er
klank in de ruimte die iedereen kent:
zodanig zijn wij elkander gewend.
Er is het niets dat ons daaraan ontheft.
Er is het al waarvan ieder beseft
dat niets ervan echt ons is gegeven.
Er is de plaats waar de dood het besterft…
LAIS CCXVI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46 Het gaf zijn wereld aan de linkerhand,
en heeft haar weigering al afgezet.
Er zijn de sporen in de rechterhand
van ’t rot dat iedereen bestiert als wet.
Het had zich in de handel recht gezet
omdat het in een leugen waarheid wou:
de onbestaande trouw van man en vrouw.
Het heeft zich bij haar woeden neergevlijd
en likt de wonde nu als vreugdes…
LAIS CCXVII
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 50 Er is iets in het geweten dat niet
geweten is. Zo kent het niet de grond
waarop het zich bij deernis achterliet.
Maar waarheid is een al te makke hond,
met wilde dieren loopt het liever rond.
Het weet zich met de lezers aangedaan
zonder hen was het niets, niet eens bestaan.
Maar ’t vraagt nu het echte, de naakte huid,
en ’t levend woord wordt…
LAIS CCXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 44 Dat ’s ochtends de liefde zich ontplooit;
dat het in haar zo blij en levend is;
dat het zich te vaak aan twijfel vergooit;
dat het nooit is zoals zij wil dat het is;
dat alleen zij, LAIS zijn einde is;
dat al de schoonheid veel te snel vergaat;
dat het zich in niemand anders nog ziet;
dat de mens vrij denkt maar briest als een paard;
dat het…
LAIS CCXXI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 De winter is daar. Er staat ellende
voor de deur, je hoort de kou al in de
mensen kruipen, hoe zij van ellende
liefde prediken, haat, hoe er wordt hinde
gekeeld, en bos, daar waar ’t haar beminde.
De stilte na de eerste sneeuw zal weer
blad zijn, wit en leeg. Het schrijft haar neer.
Maar ’t zuchten bij elkander breekt de taal,
haar naam wordt…
LAIS CCXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 119 In de afgrond van de herhaling wordt
de herhaling de afgrond van het her
en der herhaalde en ’t herhaalde wordt
rot dan bovenop en in het verder
herhaalde, waar met nostalgie die er
niets toe doet, de mens het ziet als heelal,
en wij claimen het als heil maar het zal
herhalen slechts de code die het is:
kleur en wisseltoon, kosmische mal,
waarvoor…
LAIS CCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 62 Het wordt verward met zijn verlangen daar:
er is een storm op handen, er is gas
dat smeekt om een vonk, er is gebrek aan haar,
een lijf dat niet rust, kennis die is, was
als ’t geweten van een genomen pas.
Vingers verdwalen in haar zilte woud
en dwalend maakt het haar tong vurig koud.
Het roert gevoelens open die het mist
doorbreekt samenhang…
LAIS CCXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 45 Er was gebrek, onleefbaarheid. Het werd
woest weer verliefd. “Jij geeft geen zier om mij!”.
Haar schater klonk in schichtigheid van hert
(een godheid glijdt er af, teloor, voorbij).
Het ziet haar lijf, de ziel kan er niet bij.
Heur haar streelt thans haar naakte schouders daar
waar handen ijlen naar zijn handen maar
het komt niet aan. Een hese…
LAIS CCXXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 De klok tikt en meet de oneindigheid
die de dag verhardt en het uur verstilt.
Vier jaar maar, fluistert de verbetenheid.
Millennia waren zij jager en wild
en ’t nadert nu, gekleed als zij in vilt.
Ze speelt graag zee en weigert de rivier.
Zij schenkt het niets met tranen van plezier.
Haar zucht verlucht de geur van een ander,
doch in dit zilte…
LAIS CCXXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 52 In de pit van het zwart voltrekt het niets
dat het wordt zich volkomen, uitgeklaard,
ontdaan van de obsessie met elk iets
dat het niet is, en stilte openbaart
zich in het eindeloze, onvervaard.
In ’t git van het wit verhardt het gebrek
zich tot een kauwen op de lege bek:
niets wordt zo materie, materiaal.
Het maalt zich stuk voor haar, offreert…
LAIS CCXXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 55 Van een verzengend mystiek gegeven
wordt het ontvangstantenne als zij lacht.
Stroeve droefenis, het buitenleven
verstoort te bruut die zwarte hemelpracht:
’t Maakt zwijgen aan, dat elk spreken versmacht.
Het was bij haar en vroeg, zij gaf wat loog,
maar ’t was eerst hij die zich met haar bedroog.
Gevangen nog in flarden van een hels betoog,…
LAIS CCXXVIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 59 Guirlande is de kronkel in heur haar,
spiraal van zwart in goud, en haar gelaat
vertaalt de wouden in haar zwijgen daar,
het ogenblik waarin zij leesbaar staat,
maar zij getrouw hem haar niet lezen laat.
Het ziet hen wel, maar wacht daar het haar kent.
Het is geen ik, zo’n vent die langzaam went,
maar wel bekend met wat er is, bestaat.
En zij…
LAIS CCXXIX
netgedicht
5.0 met 2 stemmen 47 Het danst omdat er leven is maar nee
de dood heeft hem nu gans omkranst, verniet
en in het duister sterft het zachtjes mee.
Het hoort de stilte toeslaan op zijn lied
met leed dat het verweesd toen achterliet.
’t Wordt ook omstandigheid van zijn bestaan.
Het ziet zijn schaduw in de volle maan:
leegte loopt leeg in wat al leegte was.
Zij had voor…
LAIS CCXXX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 48 Dit is dus waarop het heeft zo lang gewacht.
Dat het hier was, is, en zich leven laat
voor wat het voelt, dat zij het hiertoe bracht,
dat het druipt waar zij ledig lacht en praat,
dat zij humaan werd en dus vol van haat.
Het laat zichzelf als niets verdwijnen en
ontbindt de zang tot aardig lied voor hen.
Het wordt wat lucht, of water waar zij…
LAIS CCXX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 47 ’t Verlangen loopt verloren in een land
dat nergens is, niets dat niets betovert.
’t Beminde reine snelt van hand naar hand
en de stilte die het nu herovert
is geschrift dat enkel schrift verovert.
Het ijle vliedt het lege in, verdriet
lost op in pijn en leed verdwijnt in ’t lied
dat niemand lezen wil, dat niemand schrijft.
Zij is haar niemandsland…
LAIS CCXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 83 Het schrijft haar neer: zij daalt in binnenrijm,
haar huid is volle glijvlucht vederklank
die in stralen spreekt. Zij is hun geheim.
Het bergt haar naam in bladen zilverrank,
haar letters druipen, nat van minnedrank.
Men mag haar lezen hier, maar de woorden
worden sluiers, knopen letterkoorden
tot alle tekst in haar gevangen is.
Later kan het…
LAIS CCXXXIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 70 Het raakte haar: de woorden schoten los
van elke zin en letters verdwenen
in de flits van genot: ring in het bos
waar niets nog ademde. Zacht het wenen
van de nacht fluistert heel allene
dat het ene is verdwenen. Heilsfeit:
de eeuwigheid spleet open in de tijd.
Verlangen had het uit zichzelf gebracht,
verleden tijd die niemand hem benijdt.…
LAIS CCXXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 Het raam. Rondom raast hongerig de storm.
Het zag haar dolen in het huis dat huilt.
Het vrat zich door de tijd heen als een worm.
Lust is wanhoop waarin angst zich verschuilt.
Het schone heeft zich met zichzelf vervuild.
Alle wegen lopen dood in Rome.
De mensen zijn doden die nog dromen.
Een wolk scheurt weg, de straal verbindt het oog
met…