165 resultaten.
DUBIOLET
snelsonnet
3.0 met 3 stemmen 143 Het is wellicht toch het proberen waard
Een keer iets anders, net geen snelsonnet
Geef het een naam, noem het dubiolet
Bij voorkeur schrijf je het met slakkenvaart
Een keer iets anders, het proberen waard?
Het is wellicht toch net geen snelsonnet…
LAIS CLXXXIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 39 De vrede is de vrede die in haar
berust, en daar, aan randen van zichzelf
zichzelf herkent, ontroering brengt, gebaar
is, als van liefde. Zij vormt daarmee gewelf
waar ieder schuilen kan, en ook zij zelf.
Zij heeft in ons verdriet verdriet vergaard
en pijn met pijn als harde steen verzwaard.
Het heeft zichzelf in haar bestaan herkend
en zijn…
LAIS CLXXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 59 Als een baken boven zwarte meren
staat in zijn oogwenk pal de scheve klok
die geen stonde nog de hel wil weren
uit de krappe vrede van zijn dichtershok.
Die elke schreeuw van pijn verguist tot tok,
die maalt met tijd de leugens van zijn vrouw
en breekt en braakt en voert zijn eed van trouw.
Het bouwt gestaag zijn geile kathedraal,
en mengt zijn…
LAIS CLXXXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 31 Zijn adem wordt haar adem zonder kus.
Zijn lichaam wordt haar lichaam bij haar zucht.
Het wordt in haar een niets, een lege lus
van tijd in tijd en het verschuift in lucht,
vermengt de zon met git tot wolkenvlucht:
“laat ons in elkaar verweven zweven,
laat ons in elkaar elkaar beleven.
Jouw adem met mijn adem in een lus,
jij zucht, ik word uit…
LAIS CLXXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 34 Elk ogenblik in de geschiedenis
wordt één met wat het heden overkomt.
Zijn woord was voor haar lijf gevangenis.
Het schrijft wat het voelt, haar stilte is mond,
zijn tong is siddering in haar gekromd.
Het heeft de kroon met doornen afgedaan
en zwart zijn hoofd bloedt uit in haar bestaan.
’t Malen der motoren heeft het afgezet
het zweeft en glijdt…
Excalibur
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 45 Excalibur, koningszwaard in de steen;
alleen Arthur is waard
om te strijden met dit zwaard,
voor vrijheid, recht en welvaart.
Nu is de strijd gestreden,
het oorlogsleed geleden;
tevreden rust het zwaard,
bewaard in een heilig meer: in Vrede!…
LAIS CCVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 68 Zij zien de kinderen die joelen op
kraaiende peuters, hun roodhuidenkeel
opengesperd en de oudjes steunend op
bouwval. “O weet je nog het zandkasteel
toekomst” zegt zij, en hij: ”er zijn te veel
ratten”. Hij bibbert en slijmt. Te hevig
de zomer komt klaar, zon angelt stevig
in ’t Avondland zijn gif van de hitte.
De wet bliksemt neer. “Maskeer…
LAIS CLXX
netgedicht
4.0 met 4 stemmen 184 Nu in duizend ongedane daden
in klaarte oplicht al geheel het pad
met de uitgesponnen levensdraden
en niets nog wijst naar vrijheid die het had
verborgen in het draaien van het rad,
nu het haar licht als git ontvangen heeft
en er geen hoop meer in zijn duister leeft,
nu feit de nood opheft aan menig woord,
nu rust de spin gevangen in haar web…
LAIS CLXIX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 48 Op het eindpunt van haar stralen, waar tijd
de mens verlaat, aan het raakpunt van haar
schijnen waar ’t menselijk betrachten zwicht,
in loden stilte achter hemels klaar:
de gouden lichtval in heur ochtendhaar.
Haar ogen wijken niet, haar lach klinkt klaar,
haar hand herhaalt het denken als gebaar,
het haar omkranst haar woordeloos gebaar
en…
LAIS CLXXI
netgedicht
5.0 met 2 stemmen 76 Die liederen herinneren het eraan
dat het de zang vergeten is. Het wou
alleen LAIS die het bemint, want dat
is sluitsteen voor het duister van zijn wil,
voltooiend niets en van het niets de schil.
Haar blik verbrandt het, haar lijf is vuur,
haar lach is gong en slaat zijn laatste uur.
Tijd is sluier waarin zij slinks verdwijnt.
Dat schrijven…
LAIS CLXXIV
netgedicht
3.0 met 4 stemmen 139 Motten die elkander open wrijven,
als harde diamanten in de nacht:
sterrenstof bekleedt de tere lijven
bij hun labeur dat niets van hier verwacht
maar van het duister wil de pure pracht.
Zij, als nacht zo nodeloos geboren,
zwart op zwart en in dat zwart verloren,
zijn licht dat om zichzelf verlegen zit
te bidden dat het duister hen verhore…
LAIS CLXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 28 Toen het had haar stem gehoord die avond
die de dag aan duisternis deed klinken,
was er geen klank die zijn gehoor nog vond
want het hoorde zich in haar weerklinken:
vernietiging die in haar bezinken
zou, bloed met git verbinden, eindstand
met de dagen, en nacht met elke hand.
Want het had geboorte zien gebeuren,
zwarte kern van de immense brand…
LAIS CLXXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 66 Elk lijf is een lijn, ’t frêle huiveren
van de pen in de leegte die wij zijn.
Handen willen de handen zuiveren,
armen de armen ontdoen van de pijn,
maar de lijnen blijven altijd te fijn,
en het lijf onthoudt niet haar zaligheid.
Het draagt zich voor: onthouden lelijkheid
en schrijft alsof het sterren doet ontstaan,
maar waar zij het in het…
LAIS CLXXIX
netgedicht
5.0 met 2 stemmen 37 Er is teveel. Het schakelt storing uit:
knipt in de lichtenwalm tot het ziet
haar zwart verschijnen dat verteert. Het sluit
wanklank uit, want walg verstoort het lied.
Het hoort zijn stem die zegt wat zij gebiedt.
Het is met haar voldaan. Het kent maar kraakt
haar erecode niet. Het wacht. Tijd maakt
altijd einde aan bezweren van kwaad.
Het…
LAIS CCXXXI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 50 Zij sterft daadwerkelijk bij dageraad
als weerschijn die de ganse nacht optilt,
een rode sluier die in ’t wit vergaat
Aurora die het wildste hart verstilt.
Het ziet zijn lusten die haar schoonheid schilt,
als licht dat wreed door tijd en ruimte gaat
en liefde is nu, ver van ieders haat,
hoe zij ontbreken, in en aan elkaar:
verzegeld wordt het…
LAIS CLXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 37 Geen christenhond zal haar nog schamen ooit
geen moslimrat haar met schuld belagen
want nu verschuift niet meer van toen naar nooit,
want het zal met schrijven taal verslagen.
Zij zal geen rouw meer hoeven dragen,
zij is als git in het, als hel in haar.
‘Zie’, zegt het, ‘hoe sterk ik het verbouw:
elk woord van het wordt recht en vast en echt…
LAIS CCIV
netgedicht
4.0 met 3 stemmen 79 Diep in het zwarte hart van Vlaanderen
op een bed van maden en rottend vlees
ligt de haat bij de nijd te zinderen,
genietend van pijn en van spijt. Zwoel, hees,
de Vlaming likt des Vlamings holtes. ’t Vlees
rot, de wet maskeert de identiteit.
Maar zie hoe fors de nijd de haat nog splijt!
Eilaas! ’t Zicht moet nu snel onder het slijm:
Dank, vrolijke…
LAIS CLXXXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 29 Het legt het eigen rot aan banden, schat
de tijd rijp voor schoon schip en spoelt het slijk.
Het drukt het mormel van ’t humane plat
en legt het aan ’t infuus van haar gelijk:
haar gebeuren is doorvoeld, maakt het rijk
en laat ervaren al wat verscholen is
onder nijdige slijm, onder de ergernis
die aan de echte stem geen klank meer laat.
‘Versuiker…
LAIS CLXXXVIII
netgedicht
4.0 met 3 stemmen 56 Niets zal nooit hun zoenen evenaren,
zij hebben dat bereikt waar ruimte tijd
en tijd weer ruimte wordt. Hun gebaren
in de stilstand stremmen zonder spijt
om hun bewegen, vroeger bron van nijd.
Strijkt het haar lichaam aan, zijn woord wordt glas:
het ziet wat komt, wat is, en wat er was.
Het jaagt zich uit de verzen die het maakt
en 't leeft…
LAIS CLXXXIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 37 Het is weer donker dus het stoot zich om.
Glasbreuk bewijst de naaktheid van voeten.
’t Is weer wakker en het weet niet waarom:
wie vindt er nog lering in het moeten?
Is ’t niet genoeg? Wie moet er nog boeten?
’t Wordt met wroeging bij de keel gewrongen.
In hun dromen is er ingedrongen
en eist er liefde op die niemand kent.
Angst begreep hen…
LAIS CXC
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 62 Het wou haar vatten in een klankgedicht,
haar naam vercijferd tot een toverspreuk:
ontkenning van gemis en van zijn plicht,
bazeltaal met intellectuele jeuk,
perverse onderstroom, dat maakt het leuk.
Het voelt haar nu, het helse dat ze is:
der minne eenvoud heet gewoon LAIS.
In het licht laat zij zich nooit bekijken,
in het duister waar gevoel…
LAIS CXCI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 40 De steden die de heren beheren,
zijn steden die de heren verteren,
en de dames die de heren vereren
gaan als letters met elkaar verzweren:
het krast en het kraakt in ’t vuur der heren.
Het heeft hun wereld al verbeurd verklaard:
hun tijd zit strop, het is in haar bedaard.
Zijn lijf is licht, kent enkel haar gewicht,
haar duister is met laaiend…
LAIS CXCII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 42 Verlossend duister komt altijd te laat
maar dat falen is geen fout van haar.
Haar git is niet wat er in licht vergaat:
het schijnsel kleurt te blauw haar hels gebaar,
het zwart is daar, er is genoeg in haar.
Calculaties vergelden elk moment,
data, ingelezen, rij na rij per cent,
en uitgerekend zo de mens vergaat.
Het heeft geen spijt, het deugde…
LAIS CXCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 38 Deze wereld is de wereld niet voor hen:
zij beven niet in vreze vol met nijd
zij heeft aan het voor haar een gouden pen
het schrijft hen uit de leugens van de tijd.
In ’t welven van verschoven eeuwigheid
wordt zoeken zelf gevonden en het is
drievoudig git door ieders duisternis.
Haar klare stem is van beklemming vrij,
een golven dat tot straal…
LAIS CXCIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 34 In het grote woordeloze niets van haar,
de oceanen kolkend blauw in d’ ogen,
de gebaren maken alle leugens waar,
waarheid tot gebaar van onvermogen.
Want haar voelen kent geen mededogen,
is hete gloed die het van het ontdoet,
en ’t vuur verhevigt tot een blauwe vloed.
En in oneindig zwart gaat schel dan aan
het ene git dat het verblinden moet…
LAIS CXCV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 61 ’t Zal hen uit de buiken rotten, al het zaad,
het zal uit hen bloeden, de ontzetting,
zolang de angst in hen het voelen haat.
Maar iedereen wordt het, haar vondeling,
die niet bestond, maar toch begon, de ring
die ’t wijzen naar een ander zelf besluit
met de spiegel die het tot hen ontsluit.
’t Kleven en beven dat lippen nog doen,
wordt snakken…
LAIS CXCVI
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 46 Nodig heeft het niet haar lief te hebben
in de roes van haar afwezigheid.
Het wordt een zee die niet wil ebben,
strandt bevroren in een karst van de tijd,
bevrijd van licht en zonder helderheid.
Het staat vernietigd in haar zwarte vuur,
het kent geen waar meer, wat of om welk uur,
want niets vangt er nog als gebeuren aan.
Haar voelen is moment…
LAIS CXCVII
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 37 Terwijl het wachten wacht, draait de aarde
in de aarde, schuift de hemel in de
hemel, zien de sterren toch de waarde
in van vachten in het zwart en in de
nacht spreekt het haar toe met: “Jij, beminde,
die de aarde tot haar kern herleiden
kan, die jou en mij tot niets verleiden
wil, wil dit nog doen: mij van mij ontdoen.”
Fier het schuift zijn…
LAIS CXCVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 37 Ontrafelt het niet de draden van haar lust
dan laat het haar in haar omwikkeld vrij
van al het zware dat er in hem rust.
Aurora’s luister die dan daagt erbij
wordt straalgeruis, een suizen aan zijn zij:
het spreekt haar uit met inkt van haar besluit
en rondom ’t git een werveling breekt uit.
Zijn nevels slierten lont doorheen het licht:
wat…
LAIS CC
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 40 Alle mormels spelen wereldorgel
en wormen maken olijk slijk van vlees.
De geluiden van rot in de mergel
gorgelen vreugde maar angst maakt hen hees:
de aarde verrot en de mens viert zijn vrees.
Haar git strijkt áán de helse duisternis
zij is de lont in de gevangenis.
De tijd is bom, de uren tellen snel.
Het brandt van toekomst die verlopen…