We leven nog steeds in schemertijd
halverwege voorouder en beschaving
waarin gevoelens 't verstand overheersen.
Droomtijd der Aboriginals, een begrip als
onze schemertijd, fascinerende religie
waarin voorouders de wereld droomden.…
in tegenlicht hebben
mensen geen gezicht
zijn alle bergen zwart
ontbreekt het aan nuance
in helder licht daarentegen
blijft er niet verzwegen
worden wij blootgesteld
aan het verwijt
juist daarom prefereer
ik schemertijd...…
Elke avond voor het slapen gaan keek ik onder
mijn bed naar niets anders dan stof en leegte,
wachtend op een magere maniak met een aks
die mijn kindertijd voortijdig zou beëindigen.
Later wilde ik een strak laken onder mijn voeten
en nog later trokken mijn ogen op de drie muren
die mij omringden loodrecht ingebeelde lijnen
van het balatum…
"de avondval omfloerst
in oogopslag gevangen"
schemertijd wordt verliefdheid
geluk de helpende hand
die iemand je toesteekt
poëzie wordt het paspoort
tot een grenzeloos land…
meesten allang opgegeven
vindt steevast zijn besluit hangend aan de toog van lamlendigheid
verloren lavend aan de eenzaamheid van alweer
schommelend bedronken huiswaarts keren in kotsend zelfmedelijden
’s anderen daags melden ze zich weer
met glazen ogen en koppen van hout
met hun ranzig sponzige lichamen
te jong al oud
hulpelozen van de schemertijd…
Er is een huis uit de schemertijd
ver weg in het wazige van weleer
met schilfers en scherven in een bont mozaïek
boeketten wandelen door de hortus
jij zweeft nog altijd door de vertrekken
in zwierige japonnen van valschermstof
je vult de ruimtes met een glimlach
zoals een zwaluw de zomerbries verrijkt
je waait notities op
elk woord dwarrelt…