Antimoon
netgedicht
er bevolkt mij een lichtzinnig gemoed
zelfs nu luchten zwaar op daken leunen
ik doe me aan schijngestalten te goed
teneinde op rauwe voet te steunen
luister, daar krassen zielen zich een weg
langs erfgrens, Hoogmoedse Hymnen
gezang, hun aller koppen boven de heg
misschien om te zoeken zonder te vinden
vroeger waren er nog eens tijden…