heb geen woorden meer
alleen gedachten
die dromen over
wat is en dat wat
nog ooit eens zal komen
ogen die naar
je blikken in de
schaarse momenten die
het lot ons gaat schikken
een lach als het mag
maar altijd
voel ik je handen
de slankheid van vingers
die tasten naar onze
verbanden gegrift in mijn hart…
Of je mee wilde gaan
naar een lezing over
de Haagsche romans van Couperus
je de gelegenheid geven
voor een sporadisch contact
in levende lijve
En dat ik ook wel wist:
je neen zou zeggen
bang was in het donker
pleinvrees je trof overdag
een fobie voor insecten
ouder dan een eeuw
Je nog steeds gruwde
van de lipovlo waarvan
de larven…
Mooi meisje, dat met koelwit bruidsgewaad
Verlangt te ontveinzen de heetdronkre gloed,
Die onbewust haar slankheid stralen doet
En uit de glans van 't haar en de ogen slaat,
Nu voelt ze alsof ze, een uitverkoorne, gaat,
Zij zij alleen, 't Geluk-zelf te gemoet:
Haar eigen huis, haar man, zo knap, zo goed,
Nobel en ridderlijk in woord en daad…
Mooi meisje, dat met koelwit bruidsgewaad
Verlangt te ontveinzen de heetdronkre gloed,
Die onbewust haar slankheid stralen doet
En uit de glans van 't haar en de ogen slaat,
Nu voelt ze alsof ze, een uitverkoorne, gaat,
Zij zij alleen, 't Geluk-zelf te gemoet:
Haar eigen huis, haar man, zo knap, zo goed,
Nobel en ridderlijk in woord en daad…