mee n’n snotvalling de dijken op
winterstorm valt de canadabomen
aan, takken breken onze paden
achter den stal van Sefke liggen ze
al jaren te vermolmen, de reuzen
stoffering van ons weidse landschap
we hebben onderweg al judasoorkes
over de weg zien gaan, ze luisteren
nie zenne, ze smaken naar koteletten
ge hebt geen last van psilocibine…