waar zijn de dagen van mijn jeugd
zo'n helder beeld van goed en kwaad
van wat niet hoort en wat niet deugt
en van de charme van de straat
heb ik mijn spelletjes te vaak gespeeld
op glad ijs immer uitgegleden
mezelve 's zondags eindeloos verveeld
wat is de draagkracht van dit jong verleden
is het ballast, is het weelde
slechts een pak vol…
Zelfs nou nu ik terugschouw
ben je weer die liefelijke toverfee,
die alles exact heeft afgewogen,
iedere snarenklank harpadoratie.
Je oosterse schoonheid past totaal
bij de gratie van je instrument,
de sierlijke beweging van je vingers
maken me week van binnen.…