dat extreem klein ventje
heeft nauwelijks een thuisland.
hij leeft meestal verborgen.
die balgen en fluitjes,
die geluidjes van de koekoek
brengen hem zorgen.
die vogel is een dwaalgast,
legt de eieren altijd in nesten
van boze kraaien,
ze zitten er niet naar te graaien.
het blijft een rare kwast.…
wordt gemeten
met halve bollen van koppen
wat jij zegt wat ik zeg en jij en jij en jij
ieder loopt over met honing op de tong
en soms komt men weg met het plagiëren
van zichzelf
al was het maar wat zogafscheiding
uit de zolen
van onze oudste broodheren
het zwerken van ons oeveren
gestolen
uit een aantal leeggehaalde monden
schiet zijn thuisland…
Laag uit zee verheft zich
op een rotsenrijke bodem
de woudomzoomde Neritos
als boegbeeld van je dromen
ooit was dit je thuisland
je vanzelfsprekende woning,
vader van Telemachos
o listenrijke koning.…
tenminste
tot op een dag
jouw vader voor je stond
die jou vertelde
“ik heb een vrouw voor jou gekozen”
zo gebeurde het
dat je , met een verscheurd hart
je liefste moest achterlaten
familie eer…..geloof…
het had je in de tang
je meisje kon alleen
verbijsterd als ze was
jou nakijken
met lege handen
arme jij arme zij
arme vrouw in jouw thuisland…