Je hebt alleen
het lege bord
weer in de kast
gezet
en hongerig
en onvoldaan
ging je meteen
naar bed
Het rommelt nu
al uren lang
steeds weer voel je
de pijn
dan speelt het op
de wrange vraag
hoe ‘t hoofdgerecht
zou zijn
Het zoete dat je
proeven mocht
smaakt enkel
bitter na
Heel even maar
was hij jouw zoon
en jij was…
haar leven duurt nog
als de wormen zijn uitgegeten
haar vlees is niet te zien
maar doordringt de kamer
met gedachten
haar kracht is
als een inktvlek op een laken
een ronde golf in een vijverspiegel
haar geboorte is pijn
als zwerende wonden
verloren illusies en
vergeten zinnen…
tijdens het zoeken
naar de sfeer van kerst
ontmoette ik
het kleine koude meisje
het boekje was een vod
uitgelezen en kapot
toch lichtte het weer op
in haar laatste zwavelstok
zag een oude stal
compleet met koningen en al
van hogerhand moeten
ezel en de os weer uit het pand
met alle overvloed omgeven
lijkt de mens nooit uitgegeten…
het
uit de hand gelopen
De ogen lieten de handen lopen
naar de oneetbare wereld, en
lieten ze extra kamers bouwen
om spullen te bewaren
Ook ik ging lopen
en van tijd tot tijd terug
trekvogelen naar vroeger
mijn vrienden en familie
waar mijn drang begon
om radslagen te maken
naar een andere wereld
weg van de thuistafel
waar ik uitgegeten…