Des dichters hoofd gelijkt een warre winkel
als Malle Pietje's uitdraag-galerij.
Er ligt, hangt, staat, zweeft, overal versprei
de rommel, die geen rommel is voor Sinkel
Hijzelf weet alles heel precies te vinden
hij slaat dezelfde zaken in het klein
in vijf dimensies op in 't magazijn
van zijn interne fotolabyrinten
Ik loop al tastend,…
als geest
dool ik halsoverkop
op zoek, op zoek naar jou
zwevend door lange gangen
prachtige trappenhuizen
ongeduldig naar omhoog
naarstig wil ik je voelen
nog één keer zien
zweef ik over zolderkamers
speur ik door schoenendozen
maar al ik zie, geen foto's
je lijkt verdwenen
vlieg door het dakraam naar buiten
in de volgspot van…
zij over het water
door het glas zou lopen
haar champospot vluchten
met natte voeten mijn kamer in
mij met haar nek bekijken
en alsof ze thuis was
hooghartig de deur uitgaan
gekleed in haar mantel van
licht uit massas volgspots
zouden mijn vrienden de druppels
die van haar lijf parelden
oprapen en met grote ogen
en hangende tong roepen…