ruiste er
Wening uit rode muren? of wel, huisde er
Morenkoning nog eens en wat zo klonk er,
Was 't het gespeel van alle zijn fonteinen -
Droppengeklater in de zilvren zalen -
Vrouwengepraat van die in kanten sjalen
Gehulde en parelen?…
ruiste er
Wening uit rode muren? of wel, huisde er
Morenkoning nog eens en wat zo klonk er,
Was 't het gespeel van alle zijn fonteinen -
Droppengeklater in de zilvren zalen -
Vrouwengepraat van die in kanten sjalen
Gehulde en parelen?…
Waarom, als stille Dood jonge ogen sluit,
Staan wij verslagen, buigend om de baar
Met wening droeviger, alsof dit waar
Smart die elke andre smart in zich besluit?
Als stonden wij op blijde bloemenkust,
En zagen onze schat op zwarte boot
Verraderlijk ontvoeren door de Dood -
Slachtoffer van Zijn alvernielingslust?…
De verscheidnen storten samen
En doordringen en beminnen,
Tot de huivring van hun namen
Eén wordt in ons wetend zinnen,
En niet de enen en niet de andren
Maar de stroom van hun verening
Maar de storm van hun verandren
Wiekt als lachen, waait als wening
Door de woorden die wij uiten,
Die elkaar hun wissling spieglen,
Die zich tot een keten…