En voort, tot waar dat blauw
En groen in 't koren,
Vol lokkend grijs en grauw,
Verloopt, verloren;
Zo ver als om-en-dom
Het oog kan dragen,
Het vlas staat in de blom
Te wiegewagen.…
. - Heldre koren
vol klank- en kleurenspel, o eeuwig lied
der moederaarde, die haar schatten giet
in d' overvloed van 't wiegewagend koren.
Door 't koren gaan we en ons omlispelt stil
't listig geritsel van de ruisende aren:
de schelle krekel, die niet zwijgen wil,
sjirpt fijn, uit elke vore, op schrille snaren.…