Eindelijk voorjaar, juichte de vlier in de bloei
van zijn leven nadat zijn verkankerde stamvader
die winteravond in stilte verrast was
omhoog kijkend door zijn meelevende uitwas
zag hij zijn bestaansgrond de hemel aanraken
met onwennige tuilen, bleek als zijn merg
hij bloeide wat hij ontgroeid was, aan duivelsbrood
had hij geen boodschap,…
Zal ik mijn hout met mededogen,
tot vuurvonken hakken, tot
op een winteravond, zal ik
gloeien in jouw warme haard,
hartverwarmend zul je nestelen,
tevreden in mijn diepe stoel, je
voeten warmen aan mijn
onverteerde as, waarin je mijn
visioenen las, is het heerlijk niets
te hebben en niets te willen, samen
te verwaaien in osmose van…
Ik ontsteek de kaarsen en sluit de gordijnen
de winteravond komt stilaan weer in zicht
ik neem mijn laptop en begin te schrijven
binnen in mij daar brandt reeds helder licht
ik weet niet waar het vandaan is gekomen
en waarom het nu plots in mij wonen wil
het spreekt en straalt liefde uit naar boven
en maakt alles om mij heen sereen en stil…
woorden blijven hangen deze winteravond
ze sluimeren door de nacht als in dromen
onrustig in wakend slapen of andersom
vluchtig als lucht, raakbaar als steen
vergeet niet de hardheid van de dag
gisteren een onafgemaakt meesterwerk
vandaag zijn de stukken weer als nieuw
zoals in het begin, of is het slechts schijn
om jou de moed niet opnieuw…
in de zwoele zomerwind en koude
winteravond in de glimlach
en de tranen van een kind
hij zit in het nog te oogsten koren
begeleidt de jonge kerkuil op z’n
eerste vlucht vanaf de Domtoren
hij stroomt mee met het
water van zeeën en rivieren
en bevolkt het wezen van alle dieren
stuurt de zonnestralen en
huist in eeuwenoude verhalen
ach we…
Geen winteravond meer, doch elk gerucht vergaat in een vreugde-echo.
Zo’n dwaas geluk kent een knaap die plots te zwemmen gevat heeft, of fiets te rijden.
Er is nog niets tastbaar veranderd. Dat is juist het grote van het genot.
Gister: aleksandrijnen over wintermajesteit.…