Beziel opnieuw de ziel in mij,
en in mijn hand de zwanenveder!
Met traagheid klopt mijn smachtend hart,
wanneer gij 't opgeeft aan de smart
van een ondichterlijke wereld!
Mijn hoofd hangt moedloos op mijn borst,
terwijl ik naar de dauwdrop dorst,
die, waar gij treedt, de dorre grond beperelt!…
zo verschraald
dat je geen zwanen meer
kunt zien
dans je naar mijn uitweg
spring achter op mijn fiets
klem je vast aan mijn revers
kijk onderweg vooral in de natte kant
van de Nieuwe Waterweg
waar we vlak langs
in oeverlang in lengte passeren
er drijven er duizenden
op tal van rijtjes
allemaal kop onder water
ook prikken verloren zwanenveders…