Beeldhouwen doe ik
Met beitel, klopper en
Raspen klein en groot
Verheugd ben ik
Als er iets moois
Uit mijn handen komt
Dat werkelijk voeling
Geeft met de materie,
Resultaat van aandacht
En liefde - dichten
Doet met mij hetzelfde
En verschaft oprechte
Vreugde als beeldhouwwerk
Vorm gegeven met taal…
Ik kon de weg gelukkig dromen
naar het kasteel ‘De Transilvaan’
De klopper klonk de poort ging open
Heer Vladimir keek me strak aan.
Snoof met een kleur: “Je bent te laat,
zon onder stipt hoort bij je baan.
De koters zijn al opgestaan!”
Een vlegel sloeg hem in`t gelaat…
Klopper kleurt zich met 't hout van de deur.
Wie de stad met list bouwt, de burcht met onrecht,
die zal vallen. Wie raaskalt zal verdwalen,
hartenscheurders worden zure regen.
Wie vervoering dooft, van tombe naar tombe
tolt hij. Die 't water teert, zoet DDT
kust vroeger dan hij de engelenveer.…
Doemdenkend positivo schrijft dictee
Is ‘stemp’ van Jacobse verdedigbaar?
En schrijf je ‘mozeskriebel’ aan elkaar?
En is het nu ‘cliché’ of toch ‘klisjee’?
Wat of er ook bedacht wordt door Kees’ brein
Simplistisch zal zijn opgave niet zijn…