de gauwigheden lichten
zie daar de eerste koren van de dag
van het verkeer dat mij wordt aangedragen val ik om
één koprol nog moeder
dan ga ik heen
en sla het stof uit mijn grafsteen
ik kan de veerpunten wel aan
en drink uit hoornen zacht
één koprol nog, moeder
en naar mij lacht en naar mij lacht…
Er rolt een grijze kop door ’s-Gravenhage
Een kop die vraagt aan ’t einde van de rit:
‘Blijft Melanie fijn zitten waar ze zit?
Het rollen is niet leuk hoor, Schultz van Haegen!
Ik rol nog even door naar ’t eindstation
Omdat de Fyra zelf niet rollen kon’…
de dood van Pierlala
duikt op bij iedereen
alle poppen in de kast
graait hij met zich mee
speel toch poppedeinen
lach, bemin, kies rollen
de stofjas wordt verpulverd
je ziel vliegt naar de sterren
een nieuwe Jan Klaasen vecht
al weer met een Katrijn…