ik droom van appelbomen in mijn wijk
of kersen, pruimen, peren
in straten die zo lommerrijk
oud west met ooft garneren
ik droom van groentes in mijn stad
in kleine pleinplantsoenen
ja, kruiden ook, van alles wat
voor elk van de seizoenen
en de bewoners van oud west
tuinieren met elkander
ze harken, zaaien, strooien mest
en raken zo…
vaag klokt de tijd
verdwaalde uren
zijn slagen ben ik kwijt
verdwenen tussen
onherkenbare stemmen
die mijn stilte storen
er lijkt gezelschap
in de kamer want de
tafel is keurig gedekt
maar de stoelen die
als garnering dienen
zijn nog onbezet
het donkert
zonder het gezellig
rommelen van bestek
nog niemand heeft
de kaarsen…
Liefje midden op het Damrak
voor een massa in een linde
wippen we als hazenwinde
wij samen op een brede tak
Repetitie traag en half zacht
om die mensen te animeren
zal ik je kant en klaar garneren
met boter voor de Keizersgracht
Waar we bij eenden gesnater
vet gaan klikken boven water
tot ik jou drop in vies zwart nat
Om te kijken…