O noodgedwongen longen van het buitengaatse,
naar binnen gedrongen kieuwen, nooit zal ik je kunnen
ademen: ok, ik kan me in je onderdompelen,
maar ik kom altijd boven. Kranen - blijf altijd stromen,
woestijnen - blijf altijd dromen met je fata morgana's
vol levenselixer.…
onze buikpijn van zijn braken
gelach dat door de straten schalt
Een beeldje van Ganesha
in de schaduw van een pruim
En mijn Opa die wat drankjes
bijschenkt in de tuin
Een broertje zo nieuwsgierig
naar je passie voor de zwammen
En een zusje die zingend
haar Barbie staat te kammen
Een vliesje opaal
glijdt over de korrels
en de kieuwen…
Liever liet hij zich verdampen in de Kalahari
Geoefend in verdwijnen
Meester van het vergeten
Zwierf hij naar verzonnen streken, op Safari
In de duinen of ruiter van dolfijnen
In een peilloos blauw spande hij een keten
Tussen staartvin en middel
Terwijl ze doken ademde hij door verscholen kieuwen
In het slakkenhuis van zijn oor
En gedreven…
Als de zoon van Tobias die ter genezing van zijn vader
uittoog naar een ver land, en daar de vis
haalde met de kieuwen uit het water:
de ogen van zijn vader het licht schonk.
Kunst is de liefde in elke daad.
Kwintessens. En het volledig liefde zijn.…
naarstig in de nacht
bouw kastelen in het zand en ik daag de golven uit
want de vloed wordt eens mijn bruid
koeien grazen lachend in het gras langs de rivier
die langzaam uit haar oevers treedt, vertel me of je weet
dat de kastelen die er zijn, je uitzicht nu vernieuwen
en vraag het meisje die ze melkt of het de goden speet
dat ze gokten op kieuwen…