130 resultaten.
ZANG.
poëzie
4.7 met 3 stemmen
589 Mijn ziele is in mijn zangen,
Mijn zang is mijne ziel:
Mijn lied is 't zoet verlangen,
Dat in mijn harte viel.
Dat groeit daar stil verholen,
En groeit straks wonderhoog,
En rankt in duizend bloemen
Der wereld uit het oog.…
De schone wereld
poëzie
3.5 met 4 stemmen
700 Iedre morgen na het nachtlijk slapen
Ligt mijn wereld nieuw door mij geschapen.
Iedere dag heb ik haar weggegeven,
Telkens één dag meer van 't eigen leven.
Telkens een kortstondiger bewoner
Zie ik haar belanglozer, dus schoner.
Schoonst zal ze eenmaal zijn als ik ga scheiden
En de grenslijn wegvalt van ons beiden.…
BLAUW EN ROOD
poëzie
3.5 met 4 stemmen
530 Al liepen alle vrouwen nou
Op straat in blauwe japonnen,
Al liepen hun mannen ertussendoor
In rode pantalonnen:
Ik zag ze niet door 't luchteblauw,
Dat hemelse blauwe wonder;
Ik zag ze niet door 't pannenrood,
Waar 't stadsvolk wonet onder.
Met luchteblauw en pannenrood,
Was de wereld schoon beschilderd;
Maar door onze zonden zijn hier…
Was 'k nu bedroefd
poëzie
4.0 met 2 stemmen
673 Was 'k nu bedroefd, 'k zou met de droefsten schreien:
Zó droef als ik kan toch geen droef mens klagen:
Maar tóch zou 'k zeggen: klaag om 's Levens slagen
Niet wild, niet zó of 't u niet mócht kastijen.
Krom krimpe ik van verdriet; — 'k tere uit van lijen; —
Mijn arm hoofd snapp' niet waarom zulke plagen; —
Maar wee, weé mij! als ooit…
Gelijk een vader zijn onwillig kind
poëzie
4.0 met 1 stemmen
506 Gelijk een vader zijn onwillig kind
Bestraft met schijnb're toorn, maar smart in 't hart,
En, schoon kastijdend, zelf wel voelt hoe hard
De straf moet zijn voor 't kind dat hij bemint, -
En onder 't straffen in zichzelve zint
En hoopt óf het berouwvol wordt, - en mart,
O zo verlangend, na die dubb'le smart
Héél lief te wezen voor zijn…
De Wever
poëzie
4.2 met 4 stemmen
540 Zij kloppen aan de deur: zij klagen
Dat ik niet luister.
Ik berg voor allen die mij plagen
Mijn kalme luister.
Ik ben veel zachter en veel stiller
Dan ooit geloven
De durver, weter en bediller,
Drukken en groven.
Mijn huis een hoge en lichte kamer,
Mijn dag een morgen,
Ben ik een hemelse beramer
Van aardse zorgen.
Mijn…
De deizende sterren
poëzie
4.0 met 4 stemmen
621 De deizende sterren, zij tink'len
Hun vesper mij na, waar ik rijs,
Tot die tonen mijn voeten besprink'len
Op de trappen van 't zonnepaleis.…
Lachen en Schreien.
poëzie
3.3 met 3 stemmen
764 Ik wenste dat mij mocht gebeuren,
Nu en voortaan, -
Heel goed te zijn voor hen, die treuren,
Nu en voortaan.
Want als ik blijf behou'en
Gezang en de vreugd daarvan, -
Dan weet ik, dat ik al wie rouwen
Oneindig troosten kan.
Want al mijn zangen in mij
Zijn boodschappers van vreugd:
Zij dragen goede tijdingen,
En hemelse verblijdingen…
STUUR 'M DAN NIET HEEN
poëzie
4.0 met 1 stemmen
718 Als een mens komt met vriend'lijk ooggekijk,
Mond die iets liefs vertelt,
Stuur 'm dan niet been: 'keer morgen weer.'
Want wat één mens een andre liefs bescheer',
Is zonneschijn, die door de wolken welt,
Of een geplukte bloem gelijk.
Als zonneschijn, die door de wolken welt,
Drijft alle liefs voorbij.
Kijk op en zie of weet het niet;
Het…
HET BLIKSEMVUUR
poëzie
4.0 met 3 stemmen
580 Omdat uw huis niet op de weg van de bliksem lag
Maar juist daaraan, schrikt ge op en stierft gij niet.
Dit zijn de verborgen wegen, de heerbanen van 't hemels vuur
Waaraan wij spelen, sluimren, omstrenglen elkander, ontwaken.
Wat ware mij 't leven als het niet z6 was : dreiging en duisternis,
Gloed en angstwekkend geratel en daar ikzelf in,…
Plotselinge dood
poëzie
4.3 met 3 stemmen
806 De Dood zat in u en ge wist het niet,
Hij scherpte ’t mes al en ge wist het niet –
Gij en uw jonge vrouw, gij schertste en lachte –
Hij mikt naar ’t hart en hij mist het niet.…
Parijse herfstdag
poëzie
4.0 met 1 stemmen
715 Ik heb de weemoed van uw stad verstaan.
Een stad vol vreugde, zeiden zij die nooit
Geneugten weten dan het vlees ontplooit,
Vol zoete tastbaarheid en weken waan.
Maar in uw parken geurde uit iedre laan
't Verleden: grootser tuin, voorlang gerooid;
En iedre lijst die strekt of rijst of glooit
Aan uw paleizen, hing de erinnring aan.…
Spel en ernst.
poëzie
4.0 met 1 stemmen
624 O wij lopen in onz' gebondenheid,
Met onze illusie van vrij-wils-bestaan,
Hoog en onkrenkbaar 't leven gadeslaan,
En hij die de gebondenheid altijd
Voelt, maar dat leed alleen zichzelf belijdt,
Speelt zijn illusie koel en wèl-berâen,
Meesterlijk, met de vreugd van 't wel-gedaan
Komedianten met zijn menslijkheid.
Maar wie, d'illusiedronknen…
De Bergbries
poëzie
4.0 met 3 stemmen
542 De bergbries rilt door 't water voort
Dat rint door beek en rotsge spleet,
Mos groeit op blok en vochtge boord,
De varen wiegt, de spar stijgt heet
In zon: haar wortel, kronklend, schoort
De rechte stam, het naaldrijk groen,
En eik en beuk hun weidser dracht
In 't bos blinken en welken doen,
Tot waar in dag-doorschimde nacht
De drop…
Lamp mijner ziel, die me in ’t verborgen gloort
poëzie
4.5 met 2 stemmen
584 V.
Lamp mijner ziel, die me in ’t verborgen gloort,
Zoet wonder van ’t heelal, dat niemand weet,
Brand niet zo duister in die mist van leed,
Maak niet altoos uw schijnsel droef; – gloed hoort
Bij gloed, wat schoon is brengt wat schoon is voort,
Zoet zoekt zoet, lief! och, dat gij ook zo deed,
U zelve zoet, uw zoet Zelf minder wreed,
Dat…
Ik had uw hart mij tot een huis gewijd
poëzie
4.0 met 2 stemmen
557 III
Ik had uw hart mij tot een huis gewijd:
De wierook brandde — de opgeslagen blaân
Der schriften gloorden — de ark zag 'k openstaan -
Ik had mijn wolk rondom mijn huis gespreid.
En zie, in mijn huis zit een wisslaar aan,
Midden in mijn mysteriën, als beidt
Hij mijne komst: opent de poorten wijd,
Strooit lovers, dat mijn voet moog' binnengaan…
Licht van mijn Liefde, dat nu donker werd
poëzie
4.2 met 4 stemmen
643 II
Licht van mijn Liefde, dat nu donker werd,
Daar ge in een mist van tranen altijd weent; –
’k Zie als een vlam, die trillende overleent,
Een wonder en een glorie in uw hart.
En gloeiende in het donker uw smart
Slaat ze uit en zoekt, tot alles zich vereent
Met mijne liefde, en vreugd, die om u weent
En in mijn diepste ziel uw naad'ren…
De warme zon is boven mij
poëzie
4.3 met 3 stemmen
781 De warme zon is boven mij,
Ik wandel in de warme lucht,
Mijn voeten op de warme wei
Maken, alleen, haast geen gerucht.
Ik ben een deel van al wat is,
Een warm jong groeisel in de zon;
Maar ik, van al wat om mij is,
Voel dat ik leef en zie de zon.
Dat land, dat weet niet dat het leeft,
Die lucht voelt niet hoe zoel zij is,
Die…
DE DICHTERS
poëzie
4.0 met 2 stemmen
531 Najaarszon op gele blaren
Doet hen nieuw en gulden blinken:
Zo zijn ook vervaalde woorden
Blinkend onder nieuwe zangtoon.
Maakt het uit waar dichters stonden,
Milton onder Puriteinen,
Vondel tussen roomse paters,
Als hun zang de taal weer heiligt
En hun toon geen mens kan halen.
In ons stijgt die sterke en klare
Stroom die niemand ooit kan…
Wanneer ik tot U kom
poëzie
5.0 met 1 stemmen
771 Wanneer ik tot u kom, dan lacht gij zacht,
En somtijds klaagt gij, maar als zij, die spreken
Van vroeg're smarten, die als dromen weken
En waar men in de droom om weent en lacht.
Maar als 'k alleen ben hoor ik dag en nacht
Uw snikken en ik zie uw tranen leken,
En voel uw hart wild slaan, alsof 't wil breken,
Maar kan niet, dàn verneem 'k uw…
de gedachte
poëzie
3.3 met 3 stemmen
784 o Gij, die 'k met de bittre borst der levens-wijzen,
die 'k voor een eeuwigheid met zwijgen heb gevoed:
wat bate? Geen die goud in uwe diept bevroedt,
noch weet op uw gelaat het uur der vreugd te wijzen...
Geen dageraad zal blijde uw blinde ruit berijzen;
geen zonne die, van vrede-wijdende' avond-gloed,
de moede wingerd om uw drempel blij…
Een zomeravond
poëzie
4.2 met 4 stemmen
1.030 De poëzie komt over me als een droom
Vol sterren en een lijfelijke nacht
Van duister, waar me een hel gelaat van licht
En vriendelijke ogen - enkel dat gelaat,
Want ál de rest is nevel zonder vorm.
En heel den nacht nijg ik me er heen en houd
Stille gemeenschap tot de morgen daagt. -
Dan lig ik stil met half geloken wimpers
Te staren, waar ik…
GEËTSTE PRENTJES.
poëzie
4.7 met 3 stemmen
647 [Niets is nu aangenamer dan in 'n koele kamer rode wijn te slurpen bij kleine teugjes en met de pen op 't papier in 'n gearceerde schemering]
Met pennenkratsen op 't papier te teek'nen,
Als met een etsnaald op het harde koper:
Een veenplas op een landschap tegen avond
Of zielenbeeldjes, met een fijner lijn
Dan 't scheren van een strohalmpje…
HERFSTAVOND.
poëzie
3.8 met 4 stemmen
1.025 Op 't donkre buiten
Boomkruinen ruisen;
Stormwolken drijven:
In 't lamplicht huis en
Voor donkre ruiten,
Zit 'n dromend beeld
Woorden te schrijven,
En 't kruinenruisen,
En 't wolkendrijven,
Staat, een geluid, in
Schrift gepenseeld.…
ANANGKE *
poëzie
4.7 met 3 stemmen
649 Toen zag ik aan een meer, het meer des doods,
Een vrouw met vaal gelaat en geluw haar,
Zij schepte 't water op, maar liet altoos
De droppels vallen, alle na elkaar.
En daar ik bij haar stond zo vraagde ik haar; —
Maar zij zag op noch om, bewegingloos:
'Ik heb een vriend: is haast de druppel daar,
Waar hij mee valt, of gunt ge 'm nog een…
Orfeus
poëzie
4.0 met 2 stemmen
813 Had Orfeus niet Eurydice gedood
Door zelf te hunkren naar haar levende ogen,
Voor eeuwig had hij haar in ’t licht gevoerd.
Nu stond hij wenend waar zich de afgrond sloot
En had voorgoed zich aan zijn arm onttogen
Wie hij zo vast zich dacht aan ’t hart gesnoerd.
Nu bleef zijn hunkren als een open wond
En ’t lied van nederwaarts gericht verlangen…
Mephistopheles Epicureus
poëzie
4.5 met 2 stemmen
666 Ik zie de mens, maar ik begrijp hem niet: -
Hij eet van 't leven al wat lekkers smaakt,
En proeft van ál zijn passies: zijn mond raakt
Iedere vrucht, die iedre hand hem biedt.
Hij zoekt in dronkenschap een droom, die vliedt,
In 't leven, - tot hij, moede en koud, ontwaakt,
Naakt en gebroken: op zijn lippen smaakt
Des levens droesem bitter…
SAMENSPRAAK TOT SLOT
poëzie
5.0 met 4 stemmen
1.027 CRITICUS
Mijn vriend, uw versjes zijn niet goed.
DICHTER
Dat kan mij weinig schelen.
Die maak ik niet om goed te doen,
Die maak ik om wat spelen.
Zó, als je een kind een zakdoek geeft,
Dan knoopt het er een kop aan;
Als de slippers dan lange kleren zijn,
Heeft 't kindje d'r een pop aan.
Dat kind doet best, al wou jij wel,
Dat…
Noach's duif
poëzie
4.0 met 3 stemmen
991 Ik rustte in 't holle van een golf, ik plooide
Mijn vleugels en ik deinde: ik wist niet meer
Bewoog ik mee omhoog of mee omneer
En of mij links of rechts mijn schomling gooide.
Er was gedroppel dat zich op mij strooide,
Er was een hemel en een hemels weer,
En ik genoot en leefde in iedre veer,
Verheugd omdat zo schoon heelal mij kooide.…
Bij de dood van een kind
poëzie
5.0 met 4 stemmen
1.044 Zij kwam een poos en zag met open oog
De wereld aan.
Toen is zij heengegaan.
Wij wisten nooit wat haar het meest bewoog.
Soms is het of een kind
Verdwaald is naar het leven.
Het gaat alsof het zich bezint,
En denkt: waar is mijn vroegre huis gebleven?
Wie weet of ik het straks niet vind.
Soms schijnt het bij zijn komst alreeds volgroeid…