Hoe de mensen, hoe deze mensen, hoe
een man en een vrouw na jaren elkaar –
hoe na jaren deze mensen elkaar zullen
zien, harnas van vroeger over het sleets
lichaam, hoe in hun botten moeheid
en deceptie jaar na jaar kerven.
Hoe mensen, door afscheid op afscheid
gestriemd en geslagen, het kijken
verdragen in de laatste smalle kier
die…
Voor Herman de Coninck
Loodzware dagen zeggen we maar
wat weegt zo'n woord weinig; het laatste
zeilt op stadsdamp neerwaarts, kromt
zich keer op keer om zijn betekenis.
Argeloos keren de huizen hun dierbaarste
wanden naar buiten, fluisteren Lissabon,
Lissabon. Tussen keuken- en badkamertegels
zoeken wij traag naar de tekens, verrijzenis…
Zij heeft het riet in huis gehaald, waar altijd
met een zweem van streling, snaren klonken. Zij
wil niet als de klarinet behagen, niet verlokken
als de fluit. Zij stelt. Zo eenzaam heb ik haar
als meisje nooit gehoord. Met haar oprecht en
puur geluid blaast zij zich daaglijks verder weg.
Wat nu? Ik bied haar fluisterende tegenstemmen
op het aangetast…